|
|
Het is nu do apr 18, 2024 1:15 pm
|
Toon onbeantwoorde berichten | Toon actieve onderwerpen
Auteur |
Bericht |
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Petrus Johannes Jacobus HOEBERS (20 jaar). Foto: Oorlogsgravenstichting Johannes is geboren op maandag 13 october 1919 te Beringe, gemeente Helden (LB) Zoon van Franciscus Hubertus HOEBERS en Johanna Antonia KERSTEN Rooms Katholiek Johannes is als Dienstplichtig Korporaal en ingedeeld bij het 2e Regiment Huzaren Motorrijder (2 R.H.M.), bij het Eskadron Pantserafweergeschut (PAG). Johannes in het midden, overige onbekendFoto: Oorlogsgravenstichting Het Eskadron PAG bestond in de tijdelijke organisatie van 2 R.H.M. (1939-1940) uit twee secties zware mitrailleurs en twee secties PAG. 2 R.H.M. was onderdeel van de Lichte Divisie. De Lichte Divisie was op 10 mei 1940 gelegerd in Noord-Brabant en zou volgens plan bij een Duitse inval worden teruggenomen binnen de Vesting Holland. In de ochtend van 10 mei was 2 R.H.M. echter naar Mill (NB) gestuurd om de daar binnengedrongen bezetting van de Duitse pantsertrein te helpen neutraliseren. Na in gevecht nabij het spoor te Mill betrokken te zijn geweest, maakte 2 R.H.M. zich in de avond van 10 mei los van de strijd bij Mill, trok over Den Bosch west- waarts en kreeg opdracht zich naar Tilburg te begeven. In de morgen van 11 mei volgde het bevel om zich weer aan te sluiten bij de Lichte Divisie, die zich inmiddels in de Alblasserwaard bevond. 12 mei 1940Een afdeling van 2 R.H.M. werd bij het aanbreken van de 12e mei overgezet vanuit Papendrecht naar Dordrecht. Een vooruitgestuurde eenheid, waarbij ook Johannes Hoebers was ingedeeld, bestond uit een samengesteld groep motorhuzaren met enige zware mitrail- leurs. Deze eenheid diende de richting Wieldrecht te verkennen. Zij kwamen op de Patersweg terecht en reden vervolgens de Zeehavenlaan op om via het viaduct west van de rijksweg te komen. Op het viaduct sloeg echter vuur tegemoet van een Duitse post nabij de Zeehaven. De huzaar Zuiderwijk werd daarbij op slag gedood door een kogel in het hoofd. De rest stapte af waarna een hevig vuurgevecht ontstond. Toesnellende Duitse parachutisten raakten bij het gevecht betrokken. Fel verweer van de huzaren leidde ertoe dat de Duitse tegenactie werd afgewezen en de para’s dekking zochten onder het viaduct. Daarop braken enkele huzaren uit in de richting Zeehaven. Ze slaag- den erin de oever van de Kil te bereiken, de afrastering te overwinnen en door de struiken langs de Kil zuidwaarts te trekken in een poging om eigen troepen te bereiken. Kort na het verlaten van het Zeehavencomplex ontving men echter “eigen” vuur vanaf de overzijde op de westelijke Kil oever. Drie secties infanterie en een sectie zware mitrailleurs bewaakten de sector en meenden met Duitsers van doen te hebben. Mogelijk zijn er ook enige Duitse parachutisten op het eilandje Krabbepolder gealarmeerd en droegen zij bij aan het vuur. Door dit “eigen” vuur raakte Johannes Hoebers zwaar gewond (in maag, buik) aan de oever van de Kil. Hij werd uit het water gered door huzaar P. Gommans. Johannes overleed de volgende dag, maandag 13 mei 1940 in de, als noodhospitaal ingerichte, Protestantse school, te 's Gravendeel. Johannes Hoebers werd op maandag 13 mei 1940 begraven op de oude Algemene Begraafplaats te 's-Gravendeel in rij D 2, militair graf 86. Foto: Oorlogsgravenstichting Op woensdag 12 juni 1940 werd Johannes herbegraven op de Rooms Katholieke Begraafplaats te Beringe, gemeente Helden in de Ererij - Monumentgraf 03. Foto: Oorlogsgravenstichting Nieuwe Venlosche Courant, donderdag 13 juni 1940 Foto's: André Reijniers (24 juli 2014) Bij Wieldrecht sneuvelden door "eigen" vuur naast Johannes Hoebers ook: Derk Brons (21 jaar), Victor Debets (20 jaar), Antonius Hardy (25 jaar), Wilhelmus Leijten (20 jaar), Gijsbert Spandonk (25 jaar) en Leonardus Zuiderwijk (21 jaar). Enkele bronnen: "Nederlandse gesneuvelden in de meidagen 1940" J.W. de Leeuw. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg 2012. oorlogsgravenstichting.nl www.genealogieonline.nl www.online-begraafplaatsen.nl www.zuidfront-holland1940.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
za mei 13, 2017 5:55 am |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Hendrik GANS (41 jaar). Foto: 'n Papieren Monument Hendrik is geboren op maandag 21 november 1898 te Hellevoetsluis (ZH) Zoon van Johannes Wilhelm GANS en Johanna GRUMKE Op woensdag 18 februari 1925 gehuwd te Rotterdam met Paula Elfriede Anna SCHECK Woonplaats Rotterdam, Aelbrechtskade 15b Agent van Politie, dienstdoende bij de motorbrigade, gemeente Politie te Rotterdam Rotterdam 10 mei 1940 Na het bekend worden van de Duitse inval reden er vroeg in de ochtend autobussen met politiepersoneel, volgens een van tevoren bepaalde route door de stad, om de NSB-ers, communisten en Rijksduitsers op te halen, omdat men bang was dat deze groeperingen de Vijfde Colonne zouden gaan vormen. Enkele rechercheurs gingen met de bussen mee om, aan de hand van kaartenbakjes, de daarvoor in aanmerking komende personen op te halen. De inlichtingendienst van de politie beschikte over een complete ledenlijst van de Rotterdamse NSB. De plannen voor het interneren van de staatsgevaarlijke personen lagen al vanaf 1937 klaar. De politie had toen van de regering opdracht gekregen cartotheken aan te leggen van personen die bij een eventuele afkondiging van de Staat van Beleg geïnterneerd moesten worden. Oorspronkelijk was voor het onderbrengen van de geïnterneerden een loods aan de Merwehaven aangewezen, maar als gevolg van de oorlogshandelingen kon die niet gebruikt worden. In allerijl was De Doelen in gereedheid gebracht. De stoelen hadden plaats moeten maken voor strozakken. Aan het politiebureau Oostervantstraat werd een detachement soldaten geplaatst, speciaal belast met het ophalen van NSB-ers en Rijksduitsers. De arrestanten werden eerst naar het bureau gebracht. Hierna werden ze in groepjes met een arrestantenwagen naar De Doelen gebracht. Op vrijdag 10 mei 1940 omstreeks 09.00 uur waren ruim 400 personen naar De Doelen aan de Coolsingel overgebracht. Ingang van De DoelenFoto: www.engelfriet.net Gedurende de oorlogsdagen werden in De Doelen circa 1400 opgepakte Rijksduitsers, NSB-ers en andere Duits- gezinden ondergebracht. 14 mei 1940 De Doelen De geïnterneerde NSB-ers en Rijksduitsers in De Doelen aan de Coolsingel werden tijdens het bombardement naar de grote zaal gebracht. Alleen de wachtposten bleven buiten. Het gebouw kreeg vervolgens enkele voltreffers te verduren. De agenten H. Gans, A. Bok, N. Bosma, N. van der Linden en A. Wielaard waren tijdens de oorlogsdagen ingedeeld bij de bezetting van het hoofd- bureau, maar waren gedurende het bombardement aanwezig bij de Doelen- zaal als bewaker. Zij vonden de dood. Tijdens dit bombardement zijn in De Doelen 45 geïnterneerden en 9 bewakers, allen politiemensen, om het leven gekomen Ingang van De Doelen tijdens het puinruimen, juni 1940. Vanuit het Stadhuis, zicht op naastgelegen De Doelen na het puinruimen, 1940Foto's: www.stadsarchief.rotterdam.nl Hendrik werd begraven op de Gemeentelijke Begraafplaats Crooswijk Zijn graf is inmiddels geruimd. De naam van Hendrik GANS staat bijgeschreven in Gedenkboek 43 van de Oorlogsgravenstichting Monument hoofdbureau van Politie te Rotterdam Na de oorlog werd een monument in het hoofdbureau van politie te Rotterdam geplaatst, met daarop de namen van alle politiemensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog omgekomen zijn. Thans (in 2000) hangt het monument, zonder de zijpanelen, in de ontvangsthal van het hoofdbureau aan de Doelwater nr. 5, te Rotterdam Foto's: 'n Papieren Monument Enkele bronnen: “Handhaven onder de nieuwe orde”, De politieke geschiedenis van de Rotterdamse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog F.A.M. van Riet Uitgeverij: Aprilis, Zaltbommel 2008 " 'n Papieren Monument", Herdenkingsboek van de tijdens de Tweede Wereldoorlog omgekomen pollitiemensen in de regio Rotterdam-Rijnmond F.A.M. van Riet Uitgave: Politie Rijmond-Rotterdam, z.j. (2000) "De strijd om Rotterdam, Mei 1940" V.E. Nierstrasz. Staatsdrukkerij en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage 1952. oorlogsgravenstichting.nl www.engelfriet.net www.historischecollectiepolitieeenheidrotterdam.nl www.stadsarchief.rotterdam.nl www.wiewaswie.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo mei 14, 2017 6:55 am |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Wilhelmus Gerardus Johannes van DOORN (25 jaar). Foto: Oorlogsgravenstichting Geboren op dinsdag 25 augustus 1914 te Lierop (NB) Zoon van Josephus Johannes van DOORN en Catharina Maria van de WERFF Rooms-katholiek Ongehuwd Beroep: Bakker Woonplaats, Sint-Michielsgestel (NB) Dienstplichtig Soldaat 2 - III - 2 R.W. Wilhelmus werd op maandag 19 maart 1934 in persoon, met het lotnr. Helmond 60, ingelijfd als gewoon dienstplichtige van de lichting 1934 bij het Regiment Wielrijders en bij de reorganisatie daarvan op woensdag 1 maart 1939 werd hij geplaatst bij het 1e Regiment Wielrijders. Op dinsdag 29 augustus 1939 werd hij gemobiliseerd. 's-Hertogenbosch, Citadellaan 21 juli 1938. Het Regiment Wielrijders keert terug van de legerdag in Amsterdam. Foto: denboschpubliek Mobilisatie 1939. Militairen van het Regiment Wielrijders in de Nieuwstraat te Sint-Michielsgestel voor de woning van M.F. Schellekens (gemeente-ontvanger).Foto: bhic Tijdens de meidagen van 1940 diende hij bij de 2e compagnie van het 3e bataljon van het 2e Regiment Wielrijders (2 - II - 2 R.W.) Mei 1940De wielrijders, onderdeel van de Lichte Divisie, die in de nacht van 11 op 12 mei aankwamen in Dordrecht werden geconcentreerd aan de oostzijde van de stad. Ze zouden de volgende dag een offensief dwars door het hart van het Eiland van Dordrecht moeten ontwikkelen, waarbij zij de vijand zouden moeten opruimen, een sterk bruggenhoofd aan de Kil moesten bouwen en bij Wieldrecht deze water- partij moesten oversteken. Deze operatie liep geheel in het honderd, doordat de Duitsers aan hun kant een offensief zouden inzetten dat precies was gericht op de opmarsroute van de wiel- rijdersbataljons.De Duitsers hadden een taakgerichte eenheid gevormd (Gruppe de Boer) ter sterkte van een bataljon luchtlandingstroepen, versterkt met een batterij berggeschut en een peloton antitank geschut, dat het zuidoosten van Dordrecht diende te omvatten en vervolgens samen met parachutisten ten zuiden en zuidwesten van de stad, de stadsverdediging diende op te rollen. Twee bataljons wielrijders, kwamen met deze Duitsers in aanraking …. Over de aanleiding tot het zwaar gewond van soldaat Van Doorn bestaat grote on- duidelijkheid. De Leeuw/Brongers (zie: Enkele bronnen) menen dat hij op 11 mei 1940 zwaar gewond raakte aan de spoorwegovergang te Dubbeldam (Oudendijk). Dat lijkt echter onwaarschijnlijk, want 2 - III - 2 R.W. had 11 mei geen slachtoffers of gewonden. Aannemelijker is dat Van Doorn op 12 mei zwaar gewond raakte aan de Oudendijk, omdat de compagnie op 12 mei rond het middaguur aldaar terecht kwam en vervolgens gevechtscontact maakte met zowel de Duitsers bij de begraaf- plaats (Gruppe de Boer) als Duitse parachutisten in westelijke richting. Door beschietingen in mei 1940 beschadigde panden aan de Oudendijk 10-12Foto: regionaalarchiefdordrecht Wilhelmus van Doorn overleed aan een buikwond op woensdag 15 mei 1940 te Dordrecht in het Hospitaal Ziekenverpleging Het Hospitaal in 1940-1945Foto: regionaalarchiefdordrecht Wilhelmus is begraven op donderdag 16 mei 1940 te Dordrecht op de Algemene Begraafplaats in het Erehof, Vak N, Rij 5, Graf 14. Hij is op maandag 3 juni 1940 herbegraven te Dordrecht op de Rooms-Katholieke Begraafplaats, Militaire rij, Graf 11. Foto: Oorlogsgravenstichting Postuum werd aan Wilhelmus van Doorn het Oorlogsherinneringskruis met de gesp voor bijzondere krijgsverrichtingen "NEDERLAND MEI 1940" verleend. Wilhelmus heeft zijn laatste rustplaats gevonden op dinsdag 13 februari 1962 te Loenen (GL) op het Nationale Ereveld in Vak C, Graf 51. Foto's: André Reijniers (31 juli 2011) Foto: André Reijniers (20 juli 2008) Monument Sint-Michielsgestel Oorlogsmonument op het Kerkplein te Sint-Michielsgestel Het oorlogsmonument in Sint-Michielsgestel is een bronzen beeld, geplaatst op een gemetseld voetstuk met gedenkplaatje. Links en rechts van het beeld zijn het wapen van Sint-Michielsgestel en de Nederlandse leeuw aangebracht. Voor het beeld is een opengeslagen boek van brons geplaatst. Achter het beeld bevindt zich een muurtje met goudkleurige letters. Symboliek: Beeldhouwer Willem Wolfs laat boven de oorlogsverschrikkingen de zon oprijzen als teken van hoop. De tekst op het muurtje luidt: 'GEDENK HEN DIE VIELEN.' In het boek zijn de namen van dorpsgenoten aangebracht die gefusilleerd zijn of gesneuveld als militair. De onthulling had plaats op 24 oktober 1984 . Foto's: Johan Minkels en Martien Schuurmans (4en5mei) Monument Wielrijders 's-Hertogenbosch Isabellakazerne te ’s-Hertogenbosch, bakermat van het Regiment Wierijders De militaire functie als kazerne bleef behouden tot de jaren negentig van de vorige eeuw. Vanaf dat moment, tot aan 2007, zijn er vluchtelingen gehuisvest. Sinds 2013 is het complex tijdelijk in gebruik door studenten, bedrijven en horeca, in afwachting van een definitieve her-bestemming. Met ingang van 2015 biedt Isabella weer onderdak aan de collectie militaire wielrijders. Ter herdenking van de gevallen Wielrijders is in 1988 een herdenkingsmonument opgericht op het terrein van de Isabellakazerne. Foto's: Marczoutendijk (9 december 2016) (wikimedia) Enkele bronnen: "Nederlandse gesneuvelden in de meidagen 1940" J.W. de Leeuw. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg 2012. "De Militaire Wielrijders", het ontstaan en verdwijnen van twee roemruchte Regimenten L.J.P.Knoops, Son, 1995 "De krijgsverrichtingen op het Zuidfront van de Vesting Holland, Mei 1940" V.E. Nierstrasz. Staatsdrukkerij en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage 1963. beeldbank.regionaalarchiefdordrecht.nl commons.wikimedia.org denboschpubliek.hosting.deventit.net oorlogsgravenstichting.nl www.4en5mei.nl www.bhic.nl www.fortisabellakazerne.nl www.museum19401945.nl www.online-begraafplaatsen.nl www.tracesofwar.nl www.zuidfront-holland1940.nl www.zoekjestamboom.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
ma mei 15, 2017 5:55 am |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Marinus Albertus (Rinus) RUTERINK (20 jaar). Foto: Familiearchief Ruterink Geboren op zaterdag 13 maart 1920 te ELST (GL) Zoon van Jan Marinus RUTERINK en Anna Margrita VERMEER De Gelderlander, zaterdag 20 maart 1920 Het gezin bestond naast Rinus ook nog uit zoon: Herman (8 september 1915), zoon Cor (14 augustus 1917) en dochter Mientje (13 april 1926) allen geboren te Elst. Religie: Nederlands-hervormd Rinus was ongehuwd. Woonplaats Nijmegen, Hofdijkstraat 71 Ook Rinus onderging het lot van alle Nederlandse jonge mannen. Hij kreeg te maken met het ministerie van Oorlog. Hij werd als dienstplichtige uit de gemeente Nijmegen onder nr. 712 ingelijfd bij het 8e Regiment Infanterie. Rinus in 1939Foto: Familiearchief Ruterink Rinus Ruterink was bij de mobilisatie 1939 - 1940 ingedeeld bij een sectie van 3 - II - 32 R.I. (3e compagnie, 2e bataljon van 32e Regiment Infanterie). Dit hooggenummerde regiment was een z.g.n. "oorlogsregiment" dat was ontstaan tijdens de mobilisatie uit het moederregiment, 8 R.I. II - 32 R.I. onder commando van Reserve majoor Dr. J.J. Koopmans maakte deel uit van de Groep LEK van het Oostfront van de Vesting Holland (Nieuwe Hollandse Waterlinie). Het bataljon bezette ten zuiden van Utrecht de vakken HONSWIJK en EVERDINGEN. Tussen deze vakken lag de rivier de Lek. De 3e compagnie, waarbij Rinus behoorde, stond onder commando van de Reserve kapitein J. Arkema. De mitrailleurcompagnie (M.C. - 32 R.I.) stond onder commando van de Reserve kapitein F.J. Verheyen. De M.C. en de 3e compagnie waren opgesteld op het Fort Everdingen en aan de Diefdijk, (dus ten zuiden van de Lek). Drie secties (per sectie 2 zware mitrailleurs) van de M.C. waren verdeeld over de 3 compagnieën van het bataljon. De M.C. had zijn commandopost en trein gevestigd in het barakkenkamp aan de Kerksteeg (Kerkweg) te Zijderveld. De overgebleven sectie van 2 stukken) en de reserve zware mitrailleur waren in de nabijheid hiervan opgesteld. Eén zware mitrail- leur in de bestaande mitrailleurkazemat aan de Diefdijk ten noorden van de nieuwe verkeersweg (thans A 2). Eén stuk in een gietstalenkoepel kazemat aan de Diefdijk, zuid van de nieuwe verkeersweg. Het laatste (reserve) stuk stond tegen luchtdoelen (t.l.) opgesteld op het viaduct van de Diefdijk over de nieuwe verkeersweg. Ter beveiliging van de commandopost en de zware mitrailleurs was een sectie infanterie van 3 - II - 32 R.I., met daarbij waarschijnlijk ook Rinus, toegevoegd. Bij het uitbreken van de vijandelijkheden op vrijdag 10 mei 1940 zijn beide stukken door de commandant M.C. boven op de mitrailleurkazemat opgesteld daar zij beter gecamoufleerd stonden. In de nacht van 10 op 11 mei 1940 is een soldaat van de toegevoegde sectie van 3 - II - 32 R.I. zwaargewond geraakt, door een noodlottige vergissing van zijn groepscommandant doordat hij door hem werd beschoten. De afgeschoten patroon kwam in de patroontas van de soldaat terecht en bracht de daarin aan- wezige patronen tot ontbranding. De getroffen soldaat is per ziekenauto naar Vreeswijk en Utrecht vervoerd, waar hij later is overleden....
Zeer waarschijnlijk is bovenstaand incident de oorzaak dat Rinus in de nacht van 10 op 11 mei zwaargewond werd opgenomen in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht. De familie in Nijmegen kreeg te horen dat Rinus zwaar gewond in het hospitaal te Utrecht lag. "Overkomst dringend gewenst..... "Oudste broer Herman ging, met een door de gemeente Nijmegen afgegeven "ontheffing" op het van kracht zijnde reisverbod, op weg naar Utrecht. Hij kwam net te laat om zijn broer nog in leven te zien ...... Op dinsdag 16 mei 1940 om 11.00 uur is Rinus Ruterink aan zijn verwondingen te Utrecht overleden. Vanuit het ziekenhuis heeft men, op zondag 19 mei 1940, Rinus op een achtergelegen noodbegraafplaats een graf gegeven, tot zeer groot verdriet en ongenoegen van de familie. In juni 1945 is Rinus, geheel op eigen kosten van de familie, begraven op de Algemene Begraafplaats Soestbergen te Utrecht, in Vak 12, Rij 6, Graf 409. Foto: Familiearchief Ruterink De familie plaatste na de herbegrafenis in Utrecht een dankbetuiging in de krant. De Gelderlander, dinsdag 5 juni 1945 Nationaal Ereveld te Loenen Foto: André Reijniers (18 augustus 2013) Foto: André Reijniers (22 juli 2012) Op maandag 10 april 1961 heeft Rinus Ruterink op het Nationale Ereveld te Loenen (GL) zijn laatste rustplaats gevonden in Vak B, Graf 106. Foto: Familiearchief Ruterink Een speciaal woord van dank gaat uit naar Anneke Ruterink, nicht van Rinus, te Arnhem.
Enkele bronnen: "Nederlandse gesneuvelden in de meidagen 1940" J.W. de Leeuw. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg 2012. "De Operatiën van het Veldleger en het Oostfront van de Vesting Holland, Mei 1940" V.E. Nierstrasz, Staatsdrukkerij en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage 1955. hollandsewaterlinie.erfgoedsuite.nl oorlogsgravenstichting.nl studiezaal.nijmegen.nl www.genealogieonline.nl www.grebbeberg.nl www.oorlogsdodennijmegen.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
di mei 16, 2017 10:55 am |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Johan Andries Pieter van DIJK (40 jaar). Foto: www.grebbeberg.nl Geboren zondag 1 october 1899 te Arnhem (GL) Zoon van Wilhelm Arnoldus Gerardus van DIJK en Pleuntje de RIDDER Beroep: Adjunct commies In militaire dienst bij het 8e Regiment Infanterie Bevordering tot; Reserve 2e luitenant der Infanterie per 28 februari 1920, Reserve 1e luitenant der Infanterie per 28 februari 1924 Rond de jaarwisseling 1933/1934 gehuwd te Arnhem met Henriëtte Louise DUCHATEAU Arnhemsche Courant, donderdag 4 januari 1934 Uit dit huwelijk: zoon Wim (december 1936) en dochter Hetty (februari 1939) Johan was onderscheiden met het Eereteeken voor langdurigen Nederlandsche dienst als officier (15 jaar). Op 26 maart 1938 volgt bevordering tot Reserve kapitein Het gezin woonde in Arnhem, Palestrinastraat 34 8e Compagnie MortierenTijdens de mobilisatie en meidagen van 1940 was Johan als reserve kapitein commandant van de 8e Compagnie Mortieren van 8 (8 C.Mr.) De 8e Compagnie Mortieren bestond uit 3 secties van elk 2 mortieren. De 1e en 2e sectie waren opgesteld in het begroeide terrein oost van de dierentuin, direct achter (d.w.z. westelijk van) de stoplijn in het vak van I - 8 R.I. De sectiecommandanten in het vak van I - 8 R.I. waren de reserve 1e luitenant W. Schoonderbeek (1911) [1e sectie, noordelijke opstelling] en de sergeant J. Speijer [2e sectie, in de zuidelijke opstelling]. De commandopost van kapitein Van Dijk bevond zich in de onmiddellijke nabijheid van deze opstellingen. De 3e sectie, onder commando van de reserve luitenant J. Vrijs (1912), was meer naar het westen opgesteld in het vak van II - 8 R.I. achter de spoorweg langs de Achterbergsestraatweg (tussen de huidige Bergweg en de Ribeslaan). Maandag 13 Mei (2e Pinksterdag) - vak I - 8 R.I. De Duitse aanval op de Grebbeberg is in volle gang ... Door de mortieren uit vak I-8 R.I. wordt reeds 's morgen zeer vroeg vuur uitgebracht op 200 à 300 m, daarna op 150 meter. Hevig artillerievuur en ook mitrailleur- en geweervuur van overzijde en linkerzijde van het voetbal- veld, later ook uit andere richtingen. De munitievoorraad raakt uitgeput en aanvulling blijft uit. In de aangrenzende stellingen zijn reeds vele gapingen. Te plm. 8.00 uur worden de beide aanwezige officieren (Kapitein van Dijk en Luitenant Schoonderbeek) door een voltreffer buiten gevecht gesteld, waarna door de anderen de stelling wordt verlaten. Een deel zoekt contact met andere onderdelen en zet de strijd voort, terwijl anderen, waaronder gewonden, trachten een goed heenkomen te zoeken naar achteren. Na geruime tijd is Johan zwaar gewond afgevoerd naar een hospitaal in Arnhem. Johan van Dijk is op vrijdag 17 mei 1940 overleden in het St. Elisabeth Ziekenhuis te Arnhem. Op zaterdag 18 mei 1940 is hij begraven in een algemeen graf op de Algemene Begraafplaats Moscowa te Arnhem. Arnhemsche Courant, maandag 20 mei 1940 Op woensdag 22 augustus 1940 is Johan herbegraven in koopgraf 4258 op de Rooms-katholieke Begraafplaats Moscowa te Arnhem. Op dinsdag 1 december 1992 is hij herbegraven op het Militair Ereveld Grebbeberg te Rhenen (UT). Johan van Dijk heeft zijn laatste rustplaats gevonden in Rij 13, Graf 37. Foto: André Reijniers (10 april 2011) Monument 8e R.I. op het Militair Ereveld Grebbeberg Foto: www.grebbeberg.nl Begin februari 2010 werd het 8 R.I.-monument (oorspronkelijk uit 1941) op het Militaire Ereeveld verwijderd voor een grondige restauratie. De natuurstenen onderdelen van het monument hebben door de jaren heen door weersinvloeden ernstig te lijden gehad en waren daardoor op sommige plaatsen zo beschadigd dat de namen niet goed leesbaar meer waren. De restauratie geschiedde in opdracht van de Dienst Vastgoed Defensie (DVD) van het ministerie van Defensie en is uitgevoerd door Steenhouwerij Bus uit Amersfoort. Het monument vormt jaarlijks op de Tweede Pinksterdag het decor van de Dodenherdenking georganiseerd door de Vereniging 8 R.I. - 1940. Tijdens deze indrukwekkende plechtigheid worden ondermeer de namen opgelezen van alle gesneuvelde en door opgelopen verwondingen vroegtijdig overleden militairen behorende tot het 8ste Regiment Infanterie. Daarnaast vindt er bij het monument een kranslegging plaats namens o.a. de vereniging 8 R.I., de Gemeente Rhenen, de Commissaris van de Koning van Gelderland, de Nederlandse Strijdkrachten en ook de Bond van Wapen- broeders. Het monument is een betonnen gedenkzuil waarop 233 namen zijn aangebracht van gesneuvelde militairen. De namen zijn, in alfabetische volgorde, verdeeld over de zes zijden van het monument. Situatie 29 april 2010 Namen monumentzijde 1 [A-D, 39 namen] Op monumentzijde 1, geheel onderaan is de naam van Johan van Dijk aangebracht Foto's: www.grebbeberg.nl Enkele bronnen: "Nederlandse gesneuvelden in de meidagen 1940" J.W. de Leeuw. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg 2012. "Grebbelinie 1940" E.H.Brongers. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg, 2002. "De operatiën van het Veldleger en het Oostfront van de Vesting Holland, Mei 1940" V.E. Nierstrasz. Staatsdrukkerij en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage 1955. oorlogsgravenstichting.nl studiezaal.nijmegen.nl www.geldersarchief.nl www.genealogieonline.nl www.geni.com www.grebbeberg.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
wo mei 17, 2017 2:55 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Joannes Marie (Joan) SORMANI (35 jaar). De Gelderlander, dinsdag 31 december 1940 Geboren vrijdag 3 februari 1905 te Nijmegen (GL) Zoon van Petrus Victor SORMANI en Maria Geertruida Regina MARTINI Prov. Geldersche en Nijmeegsche Courant, zondag 5 en maandag 6 februari 1905 Algemeen Handelsblad, woensdag 18 juni 1930 Foto: Oorlogsgravenstichting Arnhemsche Courant, woensdag 15 october 1930 Nederlandsche Staatcourant, dinsdag 15 november 1938 Tijdens de Algemene Mobilisatie in augustus 1939 en de meidagen van 1940 was Joan Sormani ingedeeld bij de Staf van het 30e Regiment Infanterie (30 R.I.). Hij was commandant van de autotrein. 30 R.I. was gelegerd in Vak Asten van de Peel-Raamstelling in Noord-Brabant. Na de Duitse inval en de aanval op de Peel- Raamstelling volgde, na een Duitse doorbraak, een terugtocht naar het westen van Noord-Brabant. Tijdens deze terugtocht is het grootste deel van de gemotoriseerde goederentrein van 30 R.I. totBergen op Zoom dezelfde route gevolgd als de overige troepen, doch is vandaar tengevolge van tegenstrijdige orders via Antwerpen en Zeeuwsch- Vlaanderen naar Walcheren getrokken, waar de auto's nagenoeg voltallig zijn aan- gekomen. Later zijn veel troepenonderdelen verder teruggetrokken richting België en Frankrijk. Mr. JOAN SORMANI Nu het verkeer met België weer eenigzins is hersteld, bereiken ons over het overlijden en de laatste dagen van onzen stadgenoot, Mr. Joan Sormani, te Blankenberghe in België in dienst van het vaderland gevallen, eenige bijzon- derheden, welke wij nog tot eerbiedige nagedachtenis vermelden. Mr. Joan Sormani jongste zoon van Prof. Dr. P.V. Sormani, oud-Hoogleraar aan de Nijmeegsche Universiteit en oud-Rector van het Nijmeegsche Gymnasium, deed na zijn gymnasiale studiën aan het Nijmeegsche Gymnasium zijn aca- demische studiën in het Recht aan de Nijmeegsche Universiteit. Hij haalde er den Meestertitel en scheen voorbestemd voor een administratieve loopbaan. Eerst al volontair werkzaam in de Germeente-administratie te Ewijk, ging hij later over naar den Crisisdienst van de Regeering, waar hem al spoedig con- troleerende werkzaamheden werden opgedragen en men hem geleidelijk be- langrijker werk toevertrouwde.
De mobilisatie maakte echter aan deze administratieve werkzaamheden een einde en riep hem tot den actieven dienst in het leger. Door zijn vorige werkzaamheden met den motor vertrouwd geraakt, werd hij nu herhaaldelijk als ordonnans-officier met allerlei zendingen belast en als leider van gewichtige expedities aangewezen. Zeer in het bijzonder zou hij zich onderscheiden, zoowel door moed als door tact en zorg voor het hem toevertrouwde personeel en materiaal, bij het overbrengen van den leger- trein door Brabant naar Zeeland. Onder voortdurende bombardementen en aanvallen van parachutisten hield hij onverschrokken stand en wist hij er ook bij het personeel den moed in te houden. Het was een groote voldoening voor hem en aanleiding tot een bijzonder eervolle vermelding door zijn Overste, toen hij deze trein vrijwel volledig te Middelburg had gebracht. Zoowel zijn Overste als zijn manschappen waren vol lof over hetgeen een prestatie werd genoemd.
De soldaten noemden den jongen luitenant hun Commandant, hun Generaal, want zij waren in de moeilijkste omstandigheden vaak uitsluitend op zijn initia- tief en persoonlijk optreden aangewezen. Hoewel vol levensmoed --- daags voor zijn dood gaf hij nog te kennen, gaarne te blijven leven --- deinsde hij voor gevaar terug en ging zonder aarzeling mee naar België om den strijd tot het laatst voort te zetten. Hij gaf daarbij onomwonden te kennen, zulk als zijn plicht te beschouwen. Vooral in den dienst toonde hij zich een overtuigd katho- liek, die, hoe graag hij ook bleef leven, begreep te leven voor de eeuwigheid. Vandaar, dat hij, toen de strijd begon --- hij lag 10 Mei te Asten --- allereerst naar den Aalmoezenier den Weleerw. Heer Vos ging en toen hij deze niet thuis trof, hem zocht niet alleen om zelf als eerste van zijn soldaten te biechten, maar ook door den Aalmoezenier een auto met chauffeur ter beschikking te stellen, zooveel mogelijk zijn soldaten in de gelegenheid te stellen, bij den Weleerw. Heer Vos hun biecht te spreken.
Ook den volgenden dag --- Zaterdag 11 Mei hield hij voortduren contact met den Aalmoezenier en toonde hij groote beslistheid en moed om zijn “jongens” de gewenschte geestelijke zorg te doen deelachtig worden. Toen de trein van auto’s en motoren gevaar liep, in beslag te worden genomen en teruggetrokken moest worden, steeds verder tot in Zeeland, heeft hij het begrijpelijker wijze nog meer moed en tact geeischt, vooral toen telkens weer bommen en parachu- tisten verwarring trachtten te stichten. Wanneer treffers slachtoffers maakten, wist hij steeds weer den toestand te beheerschen en den terugtocht geregeld voortgang te doen vinden. Aan alle gevaren ontsnapt, kwam hij des Zondags nog in Middelburg aan, waar hij bleef tot Woensdag. Donderdag en Vrijdag was hij te Cadzand op weg naar België, waar hij nog den avond van Vrijdag 17 Mei te Blankenberghe aankwam. 18 Mei zou de afdeeling, waartoe hij behoorde, weder verder trekken, doch bij de voorbereiding daartoe, terwijl hij als ordonnans- officier per motor nog eenige noodzakelijke mededeelingen rondbracht, kwam hij
Zaterdag 18 Mei des morgens om 10 uur op den hoek van een straat in botsing met een zware vrachtauto met het gevolg, dat hij van den motor werd geslingerd en de onmiddellijk uit de omgeving toesnellende soldaten hem door den slag ver- doofd en buiten bewustzijn vonden. Terwijl hij nog duidelijke teekenen van leven gaf, droeg men hem voorzichtig naar een nabij gelegen hotel en riep in allerijl geestelijke en geneeskundige hulp.
De Nederlandsche Aalmoezenier, met wien hij den dag te voren te Cadzand nog een onderhoud had, was daar nog achtergebleven en kwam eerst den volgenden dag te Blankenberghe, maar in zijn plaats was na enkele minuten de Belgische Leger-aalmoezenier ter plaatse, die hem onmiddellijk het H. Oliesel toediende. Zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, overleed hij kort daarna op den dag toe- gewijd aan Maria, aan wie hij zich zeer bijzonder had toegewijd. Om steeds haar beeltenis bij zich te dragen als onderpand harer bescherming had hij zijn moeder, bij wie hij zijn laatste verlof doorgebracht, gevraagd,in beide uniformen, welke hij bij zich had en nu en dan verwisselde, haar medaille aan te brengen
Groote verslagenheid heerschte er onder de Nederlandsche zoowel als onder Bel- gische soldaten en hoewel de afdeeling verder moest trekken, bleven een aantal nog in Blankeberghe om hem ondanks de dreigende situatie de laatste eer te be- wijzen. Met groote eer en onder de grootste belangstelling, ook van de zijde der bevolking, werd hij des Maandags te Blankenberghe begraven. De Pastoor deed de baar bedekken met de Nederlandsche vlag en liet na de plechtige H. Mis van Requiem, met drie priesters opgedragen, het Wilhelmus spelen. Belgische soldaten brachten in de kerk met klaroenen een laatste saluut.
Het Gemeentebestuur van Blankenberghe, vele Nederlandsche en Belgische hoogere en lagere militairen woonden de Uitvaart en de begrafenis bij. Vooral toen het Wilhelmus werd aangeheven, konden vele Nederlanders hun aandoening nauwe- lijks bedwingen. Zijn uitvaart en begrafenis , hoewel in den vreemde, was een ware triomf en een blijk van algemeen medeleven.
Zijn deze laatste bijzonderheden van zijn leven en sterven voor zijn Moeder, Broers en Zusters een groote troost en voldoening, zij laten ook tevens gevoelen, wat zij in dezen jongsten zoon en broer verloren.
Naast een woord van eerbiedige hulde aan den jongen vaderlander die voor den Staat der Nederlanden zijn leven gaf met zoo uitgesproken plichtsvervulling en onverschrok- kenheid, past ook een woord van innige deelneming aan wie hij met kinderlijke en broederlijke genegenheid liefhad en die, zeker treurend over zijn zoo vroegtijdig heen- gaan, zich toch aansluiten bij het offer, dat hij voor het vaderland bracht. T.B.
De Gelderlander, woensdag 31 juli 1940
Joan Sormani is op maandag 20 mei 1940 begraven te Blankenberge op de Rooms- katholieke begraafplaats in Vak I, Rij H, Graf 26 De Gelderlander, vrijdag 14 juni 1940 . www.veenkolonialevoorouders.nl --------------------- Soerabaiasch-Handelsblad, dinsdag 1 october 1940 Op dinsdag 3 augustus 1948 is het stoffelijk overschot van Joan vanuit België herbegraven in Nijmegen op de begraafplaats aan de Daalseweg in het familiegraf in Vak 31, Rij 7, Graf 6. Foto: www.veenkolonialevoorouders.nl Joan Somari heeft in oktober 1969 zijn laatste rustplaats gevonden op de bergaafplaats Vredehof te Nijmegen in het Erehof, Graf 22 Foto: www.veenkolonialevoorouders.nl Plaquette in het UNIVERSITEITSGEBOUW aan de Comeniuslaan 2, te Nijmegen De plaquette in het Universiteitsgebouw in Nijmegen is opgericht ter nagedachtenis aan de 47 docenten, alumni en studenten die tijdens de Tweede Wereldoorlog door oorlogshandelingen zijn omgekomen. Onder hen waren ook enige Joden. Foto: www.online-begraafplaatsen.nl Enkele bronnen: "De strijd in Zeeland, Mei 1940" C.D. Kamerling. Staatsdrukkerij en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage 1954. "De verdediging van Noord-Limburg en Noord-Brabant, Mei 1940" V.E. Nierstrasz, Staatsdrukkerij en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage 1953. oorlogsgravenstichting www.familie-sormani.eu www.online-begraafplaatsen.nl www.oorlogsdodennijmegen.nl www.veenkolonialevoorouders.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
do mei 18, 2017 10:55 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Gerardus Albertus (Gerard) VASTERINK (31 jaar). Foto: Oorlogsgravenstichting Geboren op maandag 8 maart 1909 te Hasselo, gemeente Weerselo (OV). Zoon van Johannes Hendrikus VASTERINK en Aleida Maria LEUS. Eind october/begin november 1937 gehuwd met Marina Gezina (Maria) WENNINK. Twentsch Dagblad Tubantie en Enschedese Courant, vrijdag 5 november 1937 Uit dit huwelijk: zoon Hendrikus Gerardus, geboren in april 1939. Twentsch Dagblad Tubantie en Enschedese Courant, vrijdag 28 april 1939 Het beroep van Gerard was wever, hij woonde met zijn gezin in Deurningen (OV). Gerard was dienstplichtig soldaat, en ingedeeld bij de 3e Compagnie van het 4e Grensbataljon (3 - 4 G.B.) Het 4e G.B., met 3 compagnieën was gelegerd in Vak Weert van de Peel-Raamstelling. Deze stelling liep dwars door Noord-Brabant. Vak Weert was het meest zuidelijke vak van de Peel-Raamstelling. Het liep langs de Zuid-Willemsvaart tot aan de Belgische grens en was niet door Belgische troepen aangeleund. De Belgen hadden hun eerste aaneengesloten verdedigingslinie circa 8 kilometer van de grens af. De 3e Compagnie stond onder bevel van de reserve kapitein J. Dietz. Gerard Vasterink is op 10 mei 1940 bij Weert, vermoedelijk aan de Zuid-Willemsvaart, gewond geraakt en overgebracht naar het Reserve Feldlazarett te Soest, Westfalen, Duitsland. Omtrent zijn gewond raken zijn geen nadere gegevens bekend. Gerard is op dinsdag 21 mei 1940 overleden in het Reserve Feldlazarett te Soest. Twentsch Dagblad Tubantie en Enschedese Courant, maandag 1 juli 1940 Foto: Oorlogsgravenstichting Gerard is op dezelfde dag, 21 mei 1940, begraven te Soest, op de Gemeentelijke Begraafplaats in de Buitenlandse rij. Op dinsdag 11 september 1951 is Gerard Vasterink herbegraven in zijn woonplaats Deuringen. Hij heeft zijn laatste rustplaats gevonden op de R.K. Begraafplaats bij de R.K. Plechelmuskerk in rij 2 - Oorlogsgravenstichting graf 10. www.begraafplaatsen-h-michael.nl Foto: oorlogsdodendinkelland.nl Marie Geertruida Vasterink, jongere zuster van Gerard werd geboren op 4 januari 1913 te Hasselo, net als Gerard, in een gezin van tien kinderen. Het gezin verhuisde in 1926 naar Klein Driene, wat vanaf 1943 bij Hengelo hoorde. Haar broer Gerard overleed als krijgsgevangene in 1940 in het Duitse Soest. Marie (31 jaar) was spoelster bij de Nederlandse Katoenspinnerij. Ze is omgekomen bij het Amerikaanse bombardement op Hengelo (OV) van 6 october 1944, bedoeld voor het spoorweg emplacement. Bij dit bombardement vielen ruim 125 doden, waaronder zes meisjes van de spinnerij. Pas op 17 oktober 1944 werden ze onder het puin gevonden. Marie is begraven op de R.K. Begraafplaats te Hengelo. Marie was verloofd met Antonius Oude Mulders. Hij trouwde later met Maria, de weduwe van Gerard Vasterink. Verplaatsbaar herdenkingsmonument onthuld in Dinkelland. DENEKAMP: Een pyramide, twee meter hoog van roestvrij staal. Zo ziet het nieuwe monument eruit voor alle slachtoffers van oorlogshandelingen in de gemeente Dinkelland sinds mei 1940. Het werd op maandagavond, 4 mei 2015, onthuld na de jaarlijkse dodenherdenking in Denekamp in het gemeentehuis van Dinkelland. Op de pyramide staan de namen van 371 slachtoffers van oorlogshandelingen uit de voor- malige gemeenten Denekamp, Ootmarsum en Weerselo. Het monument is verplaatsbaar en staat alleen op herdenkingsdagen in de hal van het gemeentehuis. De naam van Gerard Vasterink en zijn jongere zuster Marie Geertruida Vasterink komen beide voor op dit monument van de voormalige gemeente Weerselo. Foto: Marieke Bakker (4 mei 2015), De Twentsche Courant Tubantia Foto's Oorlogsgravenstchting Enkele bronnen: "Nederlandse gesneuvelden in de meidagen 1940" J.W. de Leeuw. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg 2012. "De verdediging van Noord-Limburg en Noord-Brabant, Mei 1940" V.E. Nierstrasz, Staatsdrukkerij en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage 1953. oorlogsdodendinkelland.nl oorlogsgravenstichting.nl studiezaal.erfgoedhuisweert.nl www.begraafplaatsen-h-michael.nl www.heemkundeweerselo.nl www.mei1940.nl www.tracesofwar.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo mei 21, 2017 9:55 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Dina van TANKEREN - MARKES (32 jaar). ===== Geen foto beschikbaar ===== Geboren op donderdag 5 maart 1908 te Breda (NB) Dochter van Joseph MARKES en Johanna LANBEE Van het gezin met 9 kinderen was Dina het 8e kind. Op donderdag 10 juni 1926 te Breda gehuwd met Petrus Martinus Johannes van TANKEREN. Bredasche Courant, zaterdag 12 juni 1926 Woonplaats Breda, Gravenstraat 15 De naam van Dina MARKES is vele malen verkeerd geschreven De Vlucht, zondag 12 mei 1940 Na de Duitse inval op 10 mei 1940 in ons land, kreeg het Nederlandse leger hulp van Franse troepen die via België richting Breda trokken met de bedoeling de op- rukkende Duitse troepen tegen te houden. De Franse legerleiding veronderstelde dat de stad Breda, die in de vuurlinie lag, bij gevechten zwaar getroffen zou worden en adviseerde de burgemeester van Breda, B.W.Th. van Slobbe (1882-1956), om de inwoners te evacueren. Al in 1939 had de oud-militair en oud-Gouverneur van Curaçao Van Slobbe zelf een evacuatieplan voor de stad opgesteld, omdat hij het er niet mee eens was dat Breda niet viel onder de evacuatieplannen die door het Rijk waren opgesteld. De plannen van Van Slobbe, burgemeester sinds 1936, voor een goed voorbereide evacuatie waarbij de bevolking ondergebracht zou worden in de omliggende dorpen, zijn door de werkelijkheid en de chaos van 12 mei geheel in het water gevallen. De inwoners van Breda kwamen op verschillende plekken terecht, sommigen zelfs helemaal tot in de Pyreneeën en Noord-Spanje! Achteraf gezien was de evacuatie niet nodig geweest: in Breda is niet gevochten. De noodzaak van de evacuatie van Breda is altijd een omstreden kwestie gebleven. Eén dag na de evacuatie was Breda al in handen gevallen van de Duitsers. Tijdens "De Vlucht" zijn in totaal 104 Bredanaars omgekomen. Bredase vluchtelingen in België 20 mei 1940Foto: stadsarchief.breda.nl Dina van TANKEREN - MARKES, één van de vluchtelingen, kwam om het leven door een granaatscherf op dinsdag 28 mei 1940 in het plaatsje Vlissegem in West-Vlaanderen nabij de kust in België. Van Dina is geen laatste rustplaats bekend. Haar naam staat bijgeschreven in Gedenkboek 43 van de Oorlogsgravenstichting. Op het Nationaal Ereveld te Loenen (GL) is ter herinnering aan haar in Vak E op nummer 885 en gedenksteen geplaatst. Foto's: André Reijniers (28 mei 2017) Monument "De Vlucht" Het monument is een brozen beeld ter herinnering aan de vlucht van de Bredanaars, tijdens het begin van de Tweede Wereldoorlog (mei 1940), gemaakt in 1954 door Hendrik (Hein) Koreman (1921-2012). Oorspronkelijk geplaatst in Breda voor de (nu afgebroken) Maria Hemelvaart kerk, op de hoek van de Houtmarkt-Ginnikenstraat. Sinds 2012 staat "De Vlucht" in het Stadspark Valkenberg te Breda waar jaarlijks op 4 mei de slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog worden herdacht. Foto: Janky (21 augustus 2012) Dodenherdenking 4 mei 2017 te Breda De jaarlijkse herdenking in het Valkenberg bij monument "De Vlucht" in aanwezigheid van Paul Depla, burgemeester van Breda, de heer Hubert (Stichting 4 mei Dodenher- denking Breda) en,Guus de Beer van het Onze Lieve Vrouwe Lyceum en vele andere belangstellenden. Foto: Jack Janssen Fotografie.nl (04 mei 2017) Enkele bronnen: "Wij zullen hen niet vergeten, Bredase slachtoffers" J. Sadée en C. Lossez Uitgeverij Brabantia Nostra, Breda 1992 “De Vlucht”, 12 mei 1940 P. Buurmans Van den Wijngaard, Breda mei 1991 “De Vlucht II ”, Nog méér herinneringen P. Buurmans Van den Wijngaard, Breda november 1991 anderetijden.nl/aflevering/316/De-vlucht-uit-Breda breda.nieuws.nl commons.wikimedia.org nl.wikipedia.org oorlogsgravenstichting.nl stadsarchief.breda.nl www.go2war2.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo mei 28, 2017 7:30 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Remmert (Rem) van TIJEN (50 jaar). Foto: Geboren op zaterdag 7 november 1891 te Wormerveer (NH) Zoon van Willem van TIJEN en Wilhelmina Maria LAAN De Zaanlander, zaterdag 14 november 1891 Naast Remmert waren er nog drie zonen en een dochter. Vader Willem komt in december 1901 te overlijden. Moeder Wilhelmina vertrekt met de kinderen uit Wormerveer in october 1902 en gaat naar Hilversum. Nadat Rem zijn schoolopleidingen heeft afgerond gaat hij als aankomend officier in 1910 bij de Koninklijke Marine als Adelborst der 2e klasse in dienst. Haagsche Courant, woensdag 20 augustus 1910 Na zijn opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine te Den Helder gaat hij alle theorie in de praktijk brengen en volgen er diverse (varende) plaatsingen beginnend in de rang van Adelborst der 1e klasse per 23 augustus 1913. 't Vliegend Blaadje, woensdag 27 augustus 1913 Op 16 januari 1915 volgt bevordering tot Luitenant ter zee der 3e klasse en op 23 augustus 1915 tot Luitenant ter zee der 2e klasse. Remmert treedt op donderdag 15 mei 1919 in Den Haag in het huwelijk met Frédérique Henriettte NOORDHOEK HEGT, geboren te Den Helder. CBG collectie Uit dit huwelijk worden geboren: zoon Willem Hendrik, februari 1920 te Vlissingen, dochter Jetteke Wilhelmina, augustus 1920 te Vlissingen, dochter Joan, september 1929 te Den Haag, dochter Remcoline, december 1931 te Den Haag. De diverse plaatsingen binnen de marine volgen elkaar op, waaronder ook een term in Oost Indië. Veel van zijn plaatsingen vallen samen met werkzaamheden voor de Dienst der Hydrografie, o.a. het verzamelen van gegevens voor de productie van zeekaarten in zowel de Europese wateren als die in Oost Indië. De bevordering van Remmert tot Luitenant ter zee de 1e klasse volgt per 1 september 1923. Na een cursus aan de Hoger Marine-Krijgsschool volgt een plaatsing als instructeur aan dezelfde school. Remmert is voorbestemd om bij de Dienst der Hydrografie te blijven werken en als onderhoofd van de afdeling per 1 januari 1935. Op 15 november 1935 volgt zijn bevordering tot Kapitein-luitenant ter zee. Heldersche Courant, zaterdag 22 december 1934 Mobilisatie 1939 Tijdens de mobilisatieperiode in 1939 vertrekt het zittende hoofd van de afdeling Hydrografie met leeftijdsontslag. Remmert krijgt de opdracht deze taak te gaan overnemen. Op 16 september 1939 volg zijn bevordering tot Kapitein ter zee. Heldersche Courant, donderdag 24 augustus 1939 Mei 1940 Gedurende de Duitse inval op 10 mei 1940 en de daarop volgende dagen is Remmert hoofd van de afdeling operaties van de Marinestaf op de Badhuisweg te Den Haag. Na de capitulatie en tijdens de demobilisatie van de Nederlandse strijdkrachten in 1940 is Remmert betrokken bij de afwikkeling van het voormalige departement van Defensie en de daaraan verbonden afdelingen. De Banier, woensdag 25 september 1940 1942 In mei 1942 werd door de Duitsers heimelijk besloten om alle Nederlandse beroepsofficieren weer te interneren. Daartoe was mede besloten omdat er vele tientallen beroepsofficieren betrokken bleken bij de illegaliteit. Omdat er een jaarlijkse meldplicht voor de beroepsofficieren was, waarvoor men werd opgeroepen, kwamen talloze officieren op om zich te melden, in de veronderstelling nadien weer naar huis te kunnen keren. Niets was minder waar. Ze werden geïnterneerd en naar Duitsland gestuurd. Uitzonderingen werden gemaakt voor een enkeling en uiteraard de inmiddels Duitsgezinde officieren. De overige c.a. 2.000 die opkwamen werden geïnterneerd en kwamen in diverse gevangen kampen terecht, zoals Oflag XIII B Neurenberg- Langwasser, Oflag 67 Neu-Brandenburg en in Stalag 371 Stanislau, Dagblad voor Noordbrabant en Zeeland, maandag 11 mei 1942 Ook Remmert van TIJEN ging zich op vrijdag 15 mei 1942 melden. Hij ging met circa 800 andere beroeps officieren van Leger en Vloot in een extra trein naar Breda waarmen zich om 14.00 bij de Duitsche militaire autoriteit moest melden. Na deze melding en registratie werd men als gevangene afgevoerd naar Duitsland. Na een treinreis van 26 uren kwam men aan in naar wat later zou blijken, het krijgsgevangenkamp Oflag XIII BNeurenberg-Langwasser in Duitsland. Blok 2 in de volle zon, Langwasser 2 juni 1942 Foto: www.eindhovenfotos.nl Op dinsdag 2 juni 1942 worden, zo blijkt uit de registers van kamp Langwasser, Remmert van Tijen (Kgf 30470), 2e Luitenant Van Elsen (Kgf 30857), Majoor Tibo (Kgf 30934) en 1e Luitenant Vroom (Kgf 30639) op 2 juni 1942 aan de Gestapo zijn overgedragen voor een verhoor. Het verhoor van Remmert van TIJEN heeft plaats gevonden in het hoofdkwartier van de Gestapo te Neurenberg aan de Ludwigstrasse 36. Tijdens dit verhoor is Remmert, op donderdag 4 juni 1942, overleden. In de Duitse overlijdensakte staat als doodsoorzaak geschreven: Contusio cerebri (hersenkneuzing) Remmert is na zijn overlijden in Duitsland begraven. CBG collectie Op zaterdag 22 juni 1946 werd het stoffelijk overschot van Remmert van TIJEN vanuit Duitsland overgebracht naar Begraafplaats Westerveld te Driehuis (NH) en bijgezet in het familiegraf in vak KG 1 1 A Foto's: André Reijniers (1 juni 2017) Het Vrije Volk, woensdag 19 juli 1950 Foto: www.zeefakkel.nl De Zeefakkel is op 28 november 1949 op stapel gezet en gebouwd als Rijksopnemingsvaartuig bij de scheepswerf J. & K. Smit te Kinderdijk. Op 21 juli 1950 is de Zeefakkel te water gelaten. Voor de eerste keer werd het schip in dienst gesteld op 16 maart 1951 als Hr.Ms. Zeefakkel. De taak van de Zeefakkel in die tijd was, in opdracht van de Dienst Hydrografie der Koninklijke Marine, gegevens verzamelen t.b.v. de aanmaak van zeekaarten van de Noordzee. Na ruim 21 jaar werd de Zeefakkel op 26 oktober 1972 uitdienst gesteld als opnemingsvaartuig. Na groot onderhoud werd het schip in dienst gesteld als Rijksinstructievaartuig voor de Adelborsten- opleiding van het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder (KIM) en de School voor scheeps- onderofficieren (SCHOOF). Zowel in 1980 als in 1995 is de Zeefakkel geheel gerenoveerd. Er kwamen o.a. twee nieuwe hoofdmotoren in en later werden ook de dieselgeneratorsets vervangen. Het schip werd ook van binnen brandvrij gemaakt en voorzien van een nieuwe verflaag. Tevens werd het schip voorzien van een girokompas en werd de mast klapbaar gemaakt. Het eet- en slaapverblijf werden ook nog totaal verbouwd. In 1998 werd er besloten de Zeefakkel te vervangen door een nieuw instructievaartuig. Op 2 november 1999 kwam het nieuwe instructievaartuig in dienst en de Zeefakkel werd reserve schip tot 1 januari 2000. Op 12 januari 2000 verliet de Zeefakkel de haven van Den Helder op weg naar haar nieuwe thuishaven Hellevoetsluis waar de Zeefakkel op 15 januari 2000 om 13.00 uur aankwam. Vanaf die periode doet het schip dienst als het Opleidingschip voor het Zeekadetkorps Hellevoetsluis. Enkele bronnen: "Gedenkrol van de Koninklijke Marine 1939-1962" en het "Niet gepubliceerde Supplement" op deze Gedenkrol H.J. Floor †, Weesp, 2004 “De Koninklijke Marine in de Tweede Wereldoorlog” Deel: 1 Ph.M. Bosscher: Uitgeverij van Wijnen, Franeker, 1984 cbg.nl krijgsgevangen.nl oorlogsgravenstichting.nl zkkhellevoetsluis.nl www.bc-westerveld.nl www.eindhovenfotos.nl www.hersenletsel-uitleg.nl www.zeefakkel.nl www.zuidfront-holland1940.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo jun 04, 2017 10:45 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Hendrik GROENENDAL (24 jaar). Foto: Oorlogsgravenstichting Geboren op woensdag 23 februari 1921 te Groningen (GR). Zoon van Adriaan GROENENDAL en Catharina Berendina ZARK. Beroep: Meubelstoffeerder. Woonplaats: Groningen, Cortinghlaan 14a. Lid verzet Onder onbekende omstandigheden overleden op maandag 11 juni 1945 te Parijs, Frankrijk. Herbegraven op de Gemeentelijke Begraafplaats Rusthof te Amersfoort, Nederlands Erehof, Vak 12, Rij D, Graf 179. Foto: online-begraafplaatsen Enkele bronnen: cbg.nl oorlogsgravenstichting.nl www.genealogieonline.nl www.online-begraafplaatsen.nl www.ovcg.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo jun 11, 2017 9:45 am |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Ida ENGELBERTS (Peetje) (1 jaar). Foto: Familiearchief Engelberts Geboren op zondag 26 juli 1942 te Lawang, Oost-Java, Nederlands-Indië Troetelnaam: Peetje Dochter van Henry ENGELBERTS en Eline HARTING Henry en Eline verloofden zich op zaterdag 10 juni 1939 en traden op woensdag 22 november 1939 in het huwelijk. - De Indische Courant, zaterdag 10 juni 1939 ---------- De Indische Courant, dinsdag 14 november 1939 --- Henry en Eline verloofd ... Foto: Familiearchief Engelberts Uit het huwelijk werd in 1940 dochter Edith geboren. Na de geboorte van Edith waren Eline en Henry in blijde verwachting van hun tweede kind, een dochter die de naam Ida zou dragen. Henry en Eline hadden een "melkerij" (boerderij) in Lawang De Japanse dreiging in de regio en de afgekondigde mobilisatie in Nederlands-Indië gooide behoorlijk roet in het eten van het jonge gezin. Henry werd bij het uitbreken van de oorlog in december 1941 ook gemobiliseerd en vertrok in wapenrok om de archipel te verdedigen. Op 9 maart 1942 capituleerden de Nederlandse en aanwezige geallieerde troepen op Java. Nederlands-Indië. Het grootste gedeelte van de archipel kreeg te maken met een Japanse bezetting. Veel militairen werden afgevoerd in krijgsgevangenschap. Bijna alle gevangenen, waaronder ook Henry, werden korte tijd later als dwangarbeider ingezet. Henry in uniform Foto: Familiearchief Engelberts Henry heeft als krijgsgevangene aan de beruchte Birma-Siam spoorweg, de Dodenspoorlijn, gewerkt. Deze werkzaamheden moesten onder zeer slechte omstandigheden worden uitgevoerd. Henry heeft dit allemaal overleefd, maar hij heeft zijn dochter Ida nooit kunnen zien. Moeder Eline met dochters Edith en Ida Foto vermoedelijk uit 1943: Familiearchief Engelberts Na de bezetting van Nederlands Indië in maart 1942 werd in september 1943 het huis in Lawang opgeëist door de Japanners. Moeder Eline, dochters Edith en Ida, samen met andere familieleden (vrouwen en kinderen) werden tot in januari 1944 geïnterneerd in een woning aan de Boeringweg in kamp De Wijk te Malang. Kamp De Wijk in MalangBegin november 1942 was het kamp in de "Bergenbuurt" dat later "De Wijk" (van Malang) werd genoemd klaar voor internering. De voorbereiding van het kamp was geweest dat de bewoners van huizen in die wijk die niet geïnterneerd zouden worden moesten verhuizen naar huizen buiten de Wijk. Verder was voor- zien dat ieder gezin de beschikking zou krijgen over één kamer. De oppervlakte van de Wijk was circa 600 bij 700 meter. De Wijk was omgeven door een groot hekwerk van prikkeldraad, soms midden op straat. Aanvankelijk waren er drie drie poorten in het hekwerk maar later werden twee daarvan gesloten. De hoofd- poort (in de Goentoerweg) heette ook wel Goentoerpoort. Foto: indischekamparchieven De Wijk raakte al snel vol omdat niet alleen vrouwen, kinderen en oude mannen (ouder dan zestig jaar) uit Malang de Wijk bevolkten maar ook omdat er steeds meer mensen uit het Oostelijk deel van Oost-Java (de "Oosthoek") naar het kamp werden getransporteerd. In de huizen moest wat worden opgeschikt zodat er nog meer gezinnen bij konden. Voor zover bekend leefden er daar in de Wijk uiteindelijk ruim 7000 vrouwen, kinderen en oude mannen. Natuurlijk waren de sanitaire voor- zieningen in de Wijk niet op deze aantallen bewoners berekend. De ruimte die men had was, toen de Wijk vol was, ongeveer 60 vierkante meter per inwoner. Al in eind november 1943 begonnen de Japanners al met het doorsturen van groepen geïnterneerden naar andere kampen. Op 9 februari 1944 vertrok het eerste transport naar kamp Karangpanas te Semarang. In een geblindeerde trein werden Eline met Edith en Ida samen met nog 857 anderen van kamp De Wijk overgebracht naar Semarang waar ze circa 8 maanden lang werden geïnterneerd in kamp Karangpanas. Kamp KarangpanasFoto: indischekamparchieven Karangpanas. Letterlijk betekent dat "warm koraal" (karang = koraal, panas = warm). Het kamp was oorspronkelijk een RK weeshuis dat geleid werd door 'De Broeders van Saint Louis". Op de begane grond waren slaapzalen ingericht aan overdekte open gale- rijen rond drie binnenplaatsen. Ook vond je op de begane grond een soort hospitaaltje, keukens, doucheruimten en WC’s. Los van het hoofdgebouw stonden een mortuarium en een kapel met bijgebouwen. Zowel de kapel als de bijgebouwen werden na aankomst van de geïnterneerden ook omgebouwd tot slaapzalen. Slaapzalen vond je ook op verdieping die op de voorkant en op de middenvleugel van het gebouw rustten. In zo’n slaapzaal vond je een of meer van hout getimmerde britsen van bijna overal de zelfde breedte. Onder de britsen, in de kolong ( kolong: vrije ruimte onder iets, een huis, een bed een kast, een brits. Vaak was dat de slaapplaats voor jonge kinderen (kolongkind, anak kolong) was ruimte om je meegebrachte bagage en lege verpakking op te slaan. Foto: indischekamparchieven Eind maart 1944 verbleven er circa 2500 vrouwen, kinderen en oude mannen in het kamp. Ida leed in het kamp Karangpanas aan diarree, malaria en ondervoeding. Zij was, samen met een neefje, opgenomen in het “dodenkamertje” van het kamp. Ida overleed op zondag 18 juni 1944. Haar neefje redde het met de juiste medicijnen. Ida Engelberts werd dezelfde dag begraven op de lokale begraafplaats net buiten het kamp. Moeder Eline en dochter Edith worden op dinsdag 28 november 1944 overgebracht naar kamp Lampersari te Semarang met nog circa 1655 andere geïnterneerden (vrouwen en kinderen) uit kamp Karangpanas. Ook komt er op maandag 4 december 1944 nog een transport van 850 geïnterneerden aan in het kamp vanuit Bandoeng. Begin december 1944 verblijven er 6600 mensen in kamp Lampersari. Kamp LampersariDit kamp bestond uit een groot aantal kamponghuisjes en een school, gelegen aan weerszijden van de Lampersari-weg in het oosten van Semarang. Lampersari Foto (1927): indischekamparchieven Eline met gevangene nr. 19126 en Edith met gevangene nr. 19289 werden ondergebracht in het huisje Lampersari 47 Ten tijde van de Japanse capitulatie verbleven er bijna 8.000 vrouwen en kinderen in het kamp, terwijl vrij snel na de bekendmaking van de capitulatie op 23 augustus 1945 jongens en mannen het kamp binnenkwamen voor gezinshereniging. Het duurde nog geruime tijd voor dat Henry zich met zijn Eline en Edith kon herenigen. In 1956 is het gezin, ondertussen bestaande uit ouders en zeven kinderen, naar Nederland vertrokken. Ida Engelberts is later herbegraven en heeft haar laatste rustplaats gevonden op het Nederlands ereveld Kalibanteng te Semarang, op Java, Indonesië, in Vak K, graf 169 Foto: Oorlogsgravenstichting Nederlands ereveld Kalibanteng te Semarang, Java, IndonesiëFoto: 4.bp.blogspot.com Ingeklemd tussen de luchthaven van Semarang en de Jalan Siliwangi, de vroegere Grote Postweg, ligt het ereveld Kalibanteng. Hier liggen ruim 3.100 oorlogsslachtoffers begraven. Het ereveld is aangelegd in de vorm van een gelijkzijdige driehoek en is omgeven door een gracht en een rij naaldbomen. De graven Aan de westelijke zijde van het veld bevinden zich voornamelijk de graven van vrouwen, aan de oostelijke zijde voornamelijk graven van mannen. In het centrale vak bevinden zich de kindergraven. Het overgrote deel van de op ereveld Kalibanteng begraven oorlogsslachtoffers zijn burgers uit de beruchte Japanse interneringskampen van Midden Java, zoals Ambarawa, Banju Biroe, Lampersari en Karangpanas. Zij kwamen om als gevolg van erbarmelijke omstandigheden waaronder zij moesten leven in deze kampen gedurende de Japanse bezetting van 1942 tot 1945. Enkele bronnen: Familiearchief Engelberts oorlogsgravenstichting.nl www.gastdocenten.com www.indischekamparchieven.nl www.japanseburgerkampen.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo jun 18, 2017 12:00 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Abraham (Bram) STUUT (24 jaar). ===== Geen foto beschikbaar ===== Geboren op donderdag 23 maart 1916 te Winschoten (GR) Zoon van Hendrik STUUT en Hinderika KIEWIT Woonplaats Winschoten, Dwingeloweg 79 I Beroep: Kapper Dienstplichtig Soldaat 3 - II - R.Gr. ( 3e compagnie IIe bataljon Regiment Grenadiers) 14 mei 1940De aanval op Overschie (ZH) Op dinsdag 14 mei, omstreeks 05.00 uur ontving de commandant van de Ie Divisie opdracht van de commandant van de Vesting Holland, de generaal van Andel, de volgende opdracht: “Ruim de Duitse weerstanden in de Zuidpolder (zuid van Delft) op en bereik de lijn Overschie-Schiebroek, teneinde op deze wijze aansluiting te krijgen met de troepen in noordrand Rotterdam”.De frontale aanval zou plaatsvinden vanuit Delft door drie versterkte bataljons, waaronder het II - R.Gr. Dit bataljon was als rechtercolonne ingedeeld en moest opmarcheren via de oude Rotterdamse weg langs de Schie, richting Overschie. Omtrent de indeling van deze colonne is slechts bekend dat de 3e compagnie, waarbij ingedeeld Bram Stuut, met een stuk pantserafweergeschut, als voorhoede optrad, dat de 1e compagnie aan het hoofd van de hoofdmacht van de colonne marcheerde en de 2e compagnie als bataljonsreserve was aangewezen; daarachter marcheerde met een 2e stuk pantserafweergeschut De opmars uit Delft begon om negen uur ’s-morgens. Het zou de laatste Nederlandse aanval worden. De bataljons vorderden slechts langzaam, omdat zij zich te voet moesten verplaatsen en het passeren van talrijke wegversperringen veel oponthoud veroorzaakte en de aanwezig- heid in de lucht van talrijke Duitse vliegtuigen de troep herhaaldelijk dekking deed zoeken. Na het bereiken van de eerste tussendoellijn (de Akkerdijkse weg) werd onmiddellijk door gemarcheerd naar de dwars op de (nieuwe) autoweg staande Hofweg, circa twee kilometer van de noord rand van Overschie. Korte tijd na aankomst bij de Hofweg, begon het bombar- dement van Rotterdam (13.30 uur). Het bood aan de troepen een verbijsterende aanblik. Bij het bombardement vertoonden zich talrijke Duitse vliegtuigen zich boven de colonne. Dit had tot gevolg, dat de troep zo goed mogelijk dekking zocht en tot ongeveer 14.45 ter plaatse bleef. Het geheel had een verlammende en demoraliserende invloed op de troepen. Dat ze later toch weer voorwaarts gingen, is voor een groot deel te danken aan de houding en het voorbeeld van de commandanten. Toen de voorste Nederlandse troepen de dicht bij Overschie gelegen Doenkade bereikten, opende de vijand het vuur. De Duitsers bevonden zich onder andere in de korenmolen De Hoop van de heer Speelman, gelegen bij de Schie, niet ver van de noordelijke dorpsrand. Korenmolen De Hoop Foto: open monumentendag Door de Duitsers goed gekozen en uitstekend gecamoufleerde andere opstellingen waren in het begin moeilijk te onderkennen. Maar spoedig verscheen hulp van onverwachte zijde toen een inwoner van Overschie uit het dorp ontsnapte om onze troepen nadere inlichtingen te geven. Hij verklaarde zich bereid om ondanks het daaraan verbonden levensgevaar naar de voorste lijn te gaan en de hem bekende Duitse posities aan te wijzen. Op zijn aanwijzingen werd duidelijk dat de vijand zich behalve de molen, ook in een daarbij gelegen pakhuis en in een iets zuidelijker liggende fabriek had verschanst. Verder ontdekte men op de autoweg – ter hoogte van de molen – een barricade waarbij verschillende vuur- organen waren opgesteld. Vooral vanuit de molen en vanaf het dak van de fabriek konden de Duitsers zowel de autoweg als de oude weg langs de Schie met vuur beheersen. Een aanval kon in feite slechts frontaal over de beiden dekkingloze, open toegangswegen naar Overschie plaatsvinden, daar het zij- terrein met zijn vele plassen en sloten hiervoor ongeschikt was. Het betekende voorts dat in die beperkte ruimten slechts de voorste secties aan zo’n aanval konden deelnemen en dat de vuurkracht van de achterliggende infanterie niet of slechts in geringe mate kon worden benut. Bij de Schie slaagde de bataljonscommandant er echter in om zijn twee mortieren en een drietal zware mitrailleurs in stelling te laten brengen op het erf van een boerderij, zuid van het landgoed de Tempel, waarna de molen en de omgeving daarvan, op 600 - 700 meter afstand, onder vuur werden genomen. De molen en het nabijgelegen pakhuis werden daarna aangevallen door de sectie van sergeant van der Zwan. De molen en even later het pakhuis vielen door de aanval in Nederlandse handen. Ook een bij het nevenbataljon ingedeeld Nederlandse pantserwagen opende het vuur op de molen, net toen deze in onze handen was. Gelijktijdig viel daar ook nog vijandelijk mortiervuur. In totaal waren er bij deze actie vier gesneuvelden, waaronder sergeant van der Zwan en vier gewonden te betreuren, waaronder Bram Stuut. Bram werd zwaar gewond door schotwonden in rug, arm en buik. “Toen het geroep om een dokter van voren weerklonk, sprong de korporaal - ziekendrager Van Bemmel op zijn fiets, reed door het wederzijds mitrailleurvuur en kwam met een gewonde terug. Hij riep om een auto die het eten had gebracht, waarna het de dappere kerels gelukte om alle gewonden uit het vuur te brengen.” De gewonden werden naar het Oude en Nieuwe Gasthuis te Delft overgebracht. Op dinsdag 25 juni 1940 is Bram Stuut overleden in het Oude en Nieuwe Gasthuis te Delft aan zijn opgelopen verwondingen 03] Delftsche Courant, woensdag 26 juni 1940 Op vrijdag 28 juni 1940 is Bram begraven op de Gemeentelijke begraafplaats te Winschoten in Rij III, graf 272 Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 29 juni 1940 Foto: Oorlogsgravenstichting Abraham (Bram) Stuut is postuum onderscheiden met het Bronzenkruis bij Koninklijk Besluit van 9 mei 1946 nr. 6 "Heeft zich moedig gedragen in het gevecht bij Overschie op 14 mei 1940 en daarbij ernstig gewond; later aan zijn verwondingen overleden"Enkele bronnen: "Nederlandse gesneuvelden in de meidagen 1940" J.W. de Leeuw. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg 2012. "De Slag om de Residentie" E.H. Brongers Uitgeverij Asperkt, 8e druk, Soesterberg 2004. "Winschoten 1940 - 1945", een provinciestadje aan de Duitse grens H. Strating Uitgeverij Meinders, Winschoten 2001 "Algemeen overzicht van de strijd om en in de Vesting Holland en de strijd tegen de Luchtlandingstroepen rondom 's-Gravenhage, Mei 1940" C.D. Kamerling. Staatsdrukkerij en Uitgeversbedrijf, 's-Gravenhage 1954 genealogiewinschoten.nl oorlogsgravenstichting.nl www.mijn-genea.nl www.openmonumentendag.nl www.veteraneninstituut.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo jun 25, 2017 3:15 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Hendrik Adrianus (Henk) MEIJERS (42 jaar). Foto: Heldersche Courant (woensdaq 1 mei 1940) Geboren op vrijdag 6 mei 1898 te Amsterdam Zoon van Hendrik MEIJERS en Anna HOMMES Algemeen Handelsblad, dinsdag 10 mei 1898 Beroep: Van oorsprong Machine Bankwerker, werkzaam op de Rijkswerf te Willemsoord, Den Helder (NH) Op vrijdag 25 april 1924 gehuwd te Anna Paulowna (NH) met Reinouwtje (Reini) CORNELISSEN Heldersche Courant, zaterdag 12 april 1924 Henk treedt als, burger werknemer op de Rijkswerf, in de voetsporen van zijn vader Hendrik. Deze gaat op 1 januari 1933 met pensioen als commandeur van het verspermijnenmagazijn te Den Helder. Henk wordt geplaatst in Veere (ZL) als commandeur van het aldaar aanwezige mijnenmagazijn. Veel werk heeft men gedurende de mobilisatie jaren 1939 - 1940 aan het de bevoorraden van de mijnenleggers der Koninklijke Marine, maar ook aan het demonteren van op de kust aangespoelde (losgeslagen) Nederlandse en Buiten- landse zeemijnen. Aangespoelde zeemijn mobilisatie 1939-1940 Foto: oorlogsbronnen Op woensdag 1 mei 1940 valt Henk voor zijn werk een Koninklijke onderscheiding ten deel, de eremedaille in zilver verbonden aan de Orde van oranje Nassau. Henk krijgt deze medaille door de vlootvoogd, vice-admiraal Fürstner, opgespeld op Fort Oostoever te Den Helder. Heldersche Courant, vrijdag 3 mei 1940 Na de capitulatie in mei 1940 gaat het demontagewerk van (zee) mijnen gewoon door, in samenwerking met de Duitse bezetter. In juni 1940 is de RAF Coastal Command bijna dagelijks actief boven de kustprovincies van België en Nederland. Doel diverse (binnen) wateren te voorzien van mijnen om zo het Duitse scheepvaartverkeer te hinderen. In de nacht van 26 op 27 juni 1940 krijgen zes toestellen van het type Fairey Albacore opdracht om "W"- bommen te leggen in de kanalen tussen Nieuwpoort (BE) en Willemstad (NL). "W"- bommen (waterbommen) waren een klein soort bommen, die werden gebruikt tegen schepen in rivieren en kanalen, op plaatsen waar de normale typen zeemijnen niet konden worden ingezet.
De bom bestond uit een cilinder van 25 cm. dik en 38 cm. lang met een totaal gewicht van 16 kg., waarvan 9 kg. springstof. De bom bleef niet drijven, maar er zaten een paar lijnen aan met aan het eind een aantal kurken. Deze lijnen waren circa 1 meter lang; de kurken hielden daardoor de bom op deze diepte, waardoor hij in een kanaal of rivier onder het oppervlak bleef drijven. Aan het bovenste eind zaten een aantal draden die nadat de bom in het water was gevallen, als baleinen van een paraplu gingen uitstaan. Deze draden waren verbonden aan een ontsteking en zodra deze iets raakten of omgekeerd, explodeerde de bom. Er was ook een type dat in stilstaand water aan een soort ankertje een meter onder het wateroppervlakte bleef hangen.
Er zijn nogal wat ongelukken mee gebeurd. Ze moeten dan ook worden gezien als één van de vele middelen die de Britten uitdachten en testten om de verwachtte invasie tegen te houden. Deze bommen verklaren overigens wel enkele onverklaarbare explosies in Neder- landse rivieren en kanalen, vooral in het kustgebied, die in de oorlogsjaren plaatsvonden.
Mogelijk is een "W"- bom de oorzaak geweest van onderstaand ongeval ... Provinciale Zeeuwsche Courant, woensdag 3 juli 1940 Provinciale Zeeuwsche Courant, donderdag 4 juli 1940 Op vrijdag 5 juli 1940 heeft de begrafenis van beide slachtoffers plaats. Provinciale Zeeuwsche Courant, zaterdag 6 juli 1940 Provinciale Zeeuwsche Courant, zaterdag 17 augustus 1940 Henk heeft na de oorlog zijn laatste rustplaats gevonden op het Nationaal Ereveld te Loenen (Gl) in Vak B, Graf 201. Foto: Oorlogsgravenstichting Oorlogsmonument te Veere Het oorlogsmonument in Veere is opgericht ter nagedachtenis aan elf medeburgers die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen. Het monument bevindt zich op de Oude begraafplaats, gevestigd aan de Zanddijkse- weg te Veere. Het oorlogsmonument is een grijs-zwart natuurstenen gedenksteen. Foto's: Theo Snijders (4en5mei) Enkele bronnen: "En nooit was het stil ...", Kroniek van een luchtoorlog. Deel 1 G.J. Zwanenburg z.p., z.j. [1990] kranten.archiefalkmaar.nl krantenbankzeeland.nl oorlogsgravenstichting.nl www.4en5mei.nl www.delpher.nl www.oorlogsbronnen.nl www.zeeuwsarchief.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo jul 02, 2017 11:00 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. George Anthony YOUNG (21 jaar). Foto: www.teunispats.nl Zoon van George YOUNG en Johan YOUNG née OMAN uit Palmerston North, Wellington, New Zealand Sergeant Wireless Operator / Air Gunner Royal New Zealand Air Force (RNZAF) Service no. 405771 Ingedeeld bij 75 RNZAF Squadron Bemanningslid (front gunner) van de Wellington Mk III X 3557 "AA - X" Woensdag 8 juli 1942Bombardementsaanval op verschillende doelen te Wilhelmshaven, Duitsland. Voor deze aanval onder het bevel van Bomber Command worden 285 vliegtuigen ingezet van verschillende typen, waaronder 137 Wellingtons. Van Wellingtons worden er 13 geleverd door 75 RNZAF Squadron. Van de ingezette 285 vliegtuigen gaan er 5 verloren, waaronder 3 Wellingtons. Eén van de toestellen is de Wellington Mk. III X 3557 “AA-X” waarvan George Young aan boord de front gunner is. Het toestel is vrij nieuw en sinds 20 juni 1942 in dienst bij 75 Squadron De overige bemanningsleden zijn: P/O Trevor Harry Smith, 24 jaar, RNZAF NZ41953 – Pilot. P/O Donald Norman Potts, 25 jaar, RNZAF NZ412267 2nd Pilot. P/O Alan Stuart Broun, 32 jaar, RNZAF NZ405367 – Observer. Sgt. Frank Edwin McKenzie, 22 jaar, RNZAF NZ391085 – Wireless Operator. P/O Jack Ralph Gavegan, 30 jaar, RNZAF NZ402128 – Rear Gunner. Het vertrek van RAF Feltwell in Norfolk, Engeland,verloopt voorspoedig. Vickers Wellington Mk. III X 3595 "AA-K" van 75 Squadron Foto: www.adf-gallery.com.au De positie van de front gunner duidelijk zichtbaar in het model van bovenstaande Wellington Foto: rnzaf.proboards.com Op weg naar het doel wordt het toestel echter, op vrijdag 9 juli 1942 om circa 01.30 uur, onderschept ten noorden van Rottumeroog door een Duitse nachtjager gevlogen door Hauptmann Helmut Lent (1918-1944) van Leeuwarden. De Wellington gaat ten onder, alle bemanningsleden vinden hierbij de dood. Het lichaam van piloot Trevor Harry Smith spoelt aan op het strand van Rottumeroog en krijg daar een rustplaats. Na de oorlog is Trevor herbegraven op de Algemene Begraafplaats te Oldebroek (GL) in graf 41. Het lichaam van George Young spoelt donderdag 20 augustus 1942 aan op het Noordwest strand bij Simonsand te Schiermonnikoog. George wordt, met militaire eer, begraven op zaterdag 22 augustus 1942 op de particuliere begraafplaats Vredenhof te Schiermonnikoog in graf 84. Foto: 75nzsquadron.wordpress Het graf van George tijdens de oorlog Foto: 75nzsquadron.wordpress De huidige grafsteen Foto: 75nzsquadron.wordpress Gelijktijdig met George spoelt ook een ander lichaam aan op het West strand bij Simonsand te Schiermonnikoog. Het betreft ook een sergeant in uniformdelen van de RAF. Het vermoeden bestaat dat dit het lichaam is van sergeant Frank McKenzie. Helaas heeft men geen positieve identificatie vast kunnen stellen of het daadwerkelijk Frank McKenzie betrof. Het lichaam is, gelijktijdig met George Young, begraven op Vredenhof als een Unknown Airman in graf 83. De herinnering aan de overige bemanningsleden leeft voort op het Runnymede Memorial P/O Alan Stuart Broun, 32 jaar, Paneel 115, P/O Donald Norman Potts, 25 jaar, Paneel 116, P/O Jack Ralph Gavegan, 30 jaar, Paneel 116, Sgt. Frank Edwin McKenzie, 22 jaar, Paneel 117. Het Runnymede Memorial Foto: Andrew Mathewson, 13 maart 2010 (wikimedia) Met het Runnymede Memorial herdenkt men de namen van 20.389 “airmen and women” die het leven verloren in de Tweede Wereldoorlog gedurende operaties vanaf hun basis in Engeland en in Noordwest Europa en waarvan de grafligging onbekend is. Op de panelen van het Runnymede Memorial staan 567 namen bijgeschreven van de Royal New Zealand Air Force. Palmerston North War Memorial In de woonplaats van George Anthony Young, Palmerston North te Wellington, New Zealand, staat een groot War Memorial. Op 13 augustus 2005 werden op het monument enige aanvullende naam plaquet- tes onthuld. De naam van George Anthony Young staat vermeldt op de onderste plaquette rechts Foto's: nzhistory.govt.nz, 13-08-2005 Enkele bronnen: "Een laatste saluut", Fryslân in de oorlog J. Kooistra Uitgeverij PENN, Leeuwarden, 2005 “RAF Bomber Command Losses” of the Second World War Volume 3, Aircraft and Crew Losses 1942 W.R Chorley Midland Counties Publications, Leicester, England, Reprinted 1997 “The Bomber Command War Darries” M. Middelbrook and C. Everitt PenguinBooks Ltd. Harmondsworth, Middlesex, England, Reprinted 1987 75nzsquadron.wordpress.com rnzaf-fryslan.weebly.com nzhistory.govt.nz upload.wikimedia.org www.626-squadron.co.uk www.bomber-command.de www.cwgc.org www.findagrave.com www.luftwaffe.cz www.nzwargraves.org.nz www.teunispats.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo jul 09, 2017 11:15 pm |
|
|
arwanda1465
arwanda1465
Geregistreerd: za sep 18, 2010 8:40 pm Berichten: 611 Woonplaats: Ergens in Nederland
|
Re: Ter herinnering aan..
. Cornelis (Cor) ten HOOPE (37 jaar). Foto: Eerebegraafplaats Bloemendaal Geboren woensdag 28 november 1906 te Hoorn (NH) Zoon van Gerrit Lucas ten HOOPE en Alida SCHOONWAGEN Nieuwe Hoornsche Courant, woensdag 5 december 1906 Cor ten Hoope was korporaal bij het Korps Politietroepen Het Korps Politietroepen was in juni 1919 opgericht en strikt bedoeld om de orde in het leger te handhaven. Het korps was bovendien een tijdelijke instelling en zou de politie steunen zolang die niet genoeg personeel zou hebben om aan alle eventualiteiten het hoofd te kunnen bieden. Het korps groeide van 1.200 in 1919 naar 2.200 in 1922. In het land gingen nu stemmen op wat dit alles te betekenen had. De militaire politie was bijna net zo sterk als de Koninklijke Marechaussee en de Rijksveldwacht samen. In 1922 besloot het Ministerie van Oorlog de politietroepen in de vredesorganisatie van het leger op te nemen. De politietroepen waren daarmee een permanent korps geworden. Detachement Politietroepen tijdens Vierdaagse te Nijmegen, circa 1930 Foto: marechausseesporen Cor was geplaatst bij de 2e Compagnie van het Korps Politietroepen, Afdeling Amsterdam, in de Groep Zaandam. De groep Zaandam had hun “kazerne”, in eerste instantie een barak, aan de Havenstraat 104 te Zaandam op het terrein van het “Algemeen Verdedigings- park” het latere Hembrugterrein. Cor woonde aan de Havenstraat 58 te Zaandam, een kleine 450 meter van zijn werkplek. Het werk van Cor bestond in hoofdzaak uit het bewaken van militaire objecten in de regio Zaandam. Cor trad op vrijdag 28 augustus 1931 te Hoorn gehuwd met Antje VONK. De Nieuwe Courant, woensdag 2 september 1931 Antje vertrok vanuit Hoorn naar Zaandam, Havenstraat 58 Uit het huwelijk worden twee kinderen geboren; dochter Alie en zoon Henk. In juni 1933 gaat Cor in opleiding als Rijksveldwachter. Politieman blijft hij, doch niet meer als militair. De Nieuwe Courant, woensdag 28 juni 1933 Na het afsluiten van zijn opleiding gaat Cor als Rijksveldwachter naar de Brigade Purmerend. Hij werkt en woont met zijn gezin in Zuid-Oost-Beemster. De Drie Meren, zaterdag 3 augustus 1935 Per 1 maart 1937 gaat Cor werken in Midden-Beemster, het gezin verhuist mee. De Waterlander, woensdag 24 februari 1937 De Drie Meren, zaterdag 22 januari 1938 De Drie Meren, zaterdag 29 januari 1938 Nederland onder Duitse bezetting ... Na de Duitse inval werd begonnen om het politie apparaat te reorganiseren. Het Korps Politietroepen werd opgeheven In december 1940 werd het korps Rijksveldwacht opgeheven. Het personeel werd opgenomen in de Nederlandse Marechaussee (voorheen Koninklijke Marechaussee). Op 1 maart 1943 trad de verordening “organisatie politie” in werking. Hierdoor hielden de verschillende soorten van politie (marechaussee, gemeentepolitie) op te bestaan. Hiervoor in de plaats kwam de “Staatspolitie” met de naam van marechaussee. De “burgerrangen” van agent, brigadier en inspecteur verdwenen en werden door militaire, gelijk aan de Duitse, wacht- meester, opperwachtmeester en luitenant, vervangen. Opvallend was ook dat de Nederlandse politie qua uniform steeds meer was gaan lijken op de Duitse politie. Cor werkt nog steeds in Midden-Beemster nu in de rang van opperwachtmeester der Staatspolitie. Omstreeks maart 1944 werd Cor lid van de KP-Purmerend/Waterland, die onder leiding stond van Koen Rozendaal. Cor had de schuilnaam "Zwarte Kees" en was betrokken bij verschillende overvallen in o.a. Midden-Beemster en Purmerend ter verkrijging van distributiebescheiden. Als enig lid van de KP Purmerend/Waterland maakte hij deel uit van de groep die die in de nacht van vrijdag 14 op zaterdag 15 juli 1944 de door Johannes Post en Hilbert van Dijk georganiseerde overval uitvoerde op het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam. Doel van de overval was een groot aantal gevangenen, onder wie KP’ers Rozendaal en Niek Jonk, beiden uit het Waterland, te bevrijden. Voormalige huis van bewaring (achterzijde) vanaf Stadhouderskade Amsterdam Foto: wikimedia.org Door verraad van een in vertrouwen genomen bewaker mislukte de overval. Omstreeks 21.00 uur betraden 16 KP’ers 2 aan 2 de woning van de congierge nabij het Lido. Om 03.00 uur betraden er 12 de binnenplaats, na een melding van de in vertrouwen genomen bewaker (Nederlandse SS’er) Jan Boogaard, (1921-1947) gedaan bij de deur van het instructiegebouw. Even later werden zij, na een bevel tot overgave, met mitrailleurs opgesteld op de binnenplaats beschoten. Zeven van de KP’ers wisten over de verbindingsgang klimmend, de uitgang weer te bereiken. Zes hunner ontkwamen buiten het gebouw, ondanks opgelopen verwonding en beschieting. Eén van hen ontsnapte door zich tot in de morgen onder de brug van de Singelgracht, in het water schuil te houden. De zevende, aanvankelijk ontsnapte KP’er (Cor ten Hoope) werd later buiten de gevangenis zwaar gewond door de SD gevonden. Van de 16 rechtstreekse deelnemers wisten de SD’ers dus 6 man bij deze over- val in handen te krijgen. Op zaterdag 15 juli 1944 kwam er van verdere verhoren niets meer terecht omdat er een aanslag op een SD'er was gepleegd. Dit gaf zoveel werk dat de overval op de Weteringschans (de kopstukken waren immers al gepakt) even niet belangrijk meer was. Pas op de volgende dag, zondag 16 juli 1944, begonnen de verhoren weer. Niemand liet echter een woord los. In een gesloten vrachtwagen, omringd door bewakers, werden zij vervolgens naar de duinen bij Overveen gereden. Daar werd de gehele groep, inclusief de gewonden liggend op een brancard, geëxecuteerd middels een schot in het achterhoofd. Dit werd uitgevoerd door de 21-jarige Nederlandse SS'er Johan Willem Snoek. Deze pleegde op 8 juni 1945 zelfmoord. Alle slachtoffers werden in een massagraf, Grafkuil II, in de duinen bij Overveen begraven. Dagblad voor Noord-Holland, Westfriesche Editie, zaterdag 5 augustus 1944 Na de capitulatie werden de slachtoffers herbegraven op de inmiddels aangelegde Eerebegraafplaats te Bloemendaal Cor ten Hoope heeft daar zijn laatste rustplaats gevonden in Vak 26. Foto's: André Reijniers (13 juli 2017) Monument te Middenbeemster Het verzetsmonument in Middenbeemster (gemeente Beemster) is een bakstenen gedenknaald met naamplaatjes. Bij de naald is een halfrond bakstenen muurtje geplaatst. Het monument is ontworpen door J. Plas. De onthulling heeft plaatst gevonden op 1 juli 1945. Het verzetsmonument in Middenbeemster (gemeente Beemster) is opgericht ter nagedachtenis aan elf plaatselijke verzetsmensen die tijdens de Tweede Wereld- oorlog in de strijd om vrede en vrijheid om het leven zijn gekomen. Het monument staat "Op 't Landje" aan de Rijperweg nabij nummer 83 Foto's: André Reijniers (13 juli 2017) Cornelis ten Hoopestraat te Midden-Beemster Naar Cor ten Hoope is ter herinnering een straatnaam vernoemd. Op het straatnaam bord staat een verkeerde overlijdensdatum t.w. 17 juli 1944. Deze verkeerde datum is overgenomen uit de overlijdens akte van de gemeente Bloemendaal. Foto: André Reijniers (13 juli 2017) Monument Edam (NH) Egbert Snijder monument Het Egbert Snijder monument is een oorlogsmonument in de stad Edam. Dit monument gedenkt het Nederlands Verzet, meer specifiek de Knokploeg Waterland. Het monument werd op 12 februari 1949 onthuld, precies vier jaar na de fusillade in Haarlem van Egbert Snijder en Klaas de Boer. Het monument bevond zich in eerste instantie aan de overzijde van het Egbert Snijderplein. Vanwege de aanleg van het busstation is het monument naar de huidige locatie verplaatst. Het monument is ontworpen door Jan Cornelis Bander uit Amsterdam. Het beeld bestaat uit twee onderdelen: de basis in de vorm van een vierkante natuurstenen pilaar en een bronzen beeld. Jaap Kaas heeft de zuil gehouwen en het bronzen beeld is gegoten door Albert N. Binder. Aan de voorzijde staan de namen van de verzetsstrijders die herdacht worden. "EGBERT SNIJDER MONUMENT" 1940 - IN MEMORIAM - 1945 GEVALLENEN L.K.P WATERLAND E. SNIJDER COMMANDANT, EDAM L. BEUMER, DE RIJP K. DE BOER, PURMEREND C. TEN HOOPE, BEEMSTER N.J. JONK, BEEMSTER W.C. KONIJN, ILPENDAM K. ROZENDAAL, BERKEL J. RUYTER JZN, BEEMSTER J. RUYTER SR, BEEMSTER W.H.J. V.D. SPEK, BERKEL W. WOESTENBURG, DE RIJP W. STOLP, SCHARDAM" Aan de achterzijde is een gedicht van P. Spaander aangebracht: "BEDENKT GIJ, DIE HIER STAAT EN LEEST, DE ONVERWOESTB'RE VRIJHEIDSGEEST, DIE IN EEN TIJD VOL NOOD EN LEED, DE VRIJHEIDSFAKKEL BRANDEN DEED." Foto: Marion Golsteijn (05-09-2011) Monument Apeldoorn (GL) Het "Marechaussee-monument" in Apeldoorn is een beeldengroep van Franse kalksteen op een gemetselde sokkel van bakstenen. De beelden- groep bestaat uit een half opgerichte, stervende man die de brandende toorts overdraagt aan een bij hem neerknielende man. Deze kameraad blikt vastberaden en moedig in de toekomst. Op de sokkel is een plaquette bevestigd. Aan de achterzijde van het monument bevindt zich een beukenhaag in een halfronde vorm. Tekst De tekst op de plaquette luidt: "AAN HEN DIE VIELEN KONINKLIJKE MARECHAUSSEE KORPS POLITIE TROEPEN KORPS MILITAIRE POLITIE" Symboliek: De toorts staat symbool voor het licht van de vrijheid. Het monument bevindt zich bij de oude hoofdpoort van de Koning Willem III-kazerne, gelegen aan de Frankenlaan te Apeldoorn. Foto: Tamara Reijers Enkele bronnen: “De Politietroepen 1919 - 1940”, De politie-militair als steunpilaar van het wettig gezag J.P.E.G. Smeets, St. Van Houten / St. Museum der Koninklijke Marechaussee, Buren 1979 “Het Grote Gebod”, Gedenkboek van het verzet in LO en LKP H.van Riessen e.a. Uitgever J.H. Kok, 4e druk, Kampen 1989 “Oranje Marechaussee”, Zonder vrees en zonder blaam C.A. Dekkers en J.M. van Kasbergen Uitgeverij Lunet, Naarden 1987 nl.wikipedia.org oorlogsgravenstichting.nl www.apeldoornendeoorlog.nl www.beemster.net www.beemsterbengel.nl www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu www.marechausseesporen.nl www.nhnieuws.nl www.online-begraafplaatsen.nl www.politieacademie.nl
_________________ Alles sal reg kom as ons almal ons plig doen
|
zo jul 16, 2017 11:00 pm |
|
|
Wie is er online |
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 15 gasten |
|
Je mag geen nieuwe onderwerpen in dit forum plaatsen Je mag niet antwoorden op een onderwerp in dit forum Je mag je berichten in dit forum niet wijzigen Je mag je berichten niet uit dit forum verwijderen
|
|
|