De mogelijkheid dat de Jong de naam verkeerd heeft, kwam niet bij mij op. Het lijkt mij aannemelijk dat de naam Terlaak, zoals de Jong hem noemt, in wezen “ter Laak” is, waar ik de volgende gegvens van gevonden heb.
LAAK, ter J.A.H.M, geboren: 23 Mei 1913, uitgezonden door MI6/CID, parachutering: 1 Oktober 1941, arrestatie. 13 Februari 1942, overleden: 7 september 1944 te Mauthausen
Bron:
http://home.hetnet.nl/~bkolster/englandspiel/
Dat komt dus overeen met de arrestatie van de tantes. Wat gebeurde er met de anderen?
Waren mijn tantes met professioneel verzet bezig? Nee, allerminst. Dat kwam in die tijd net een beetje op gang. Dit waren oer degelijke goede Nederlanders met een grote lievde voor de Oranjes en het Vaderland. Ze deden enorm veel, te veel, en waren “way in over their head”. Ze waren ouder, al in de 60, trokken zich het lot van de verdrukten in Duitsland al voor de oorlog zeer aan. Waren bevriend met veel Duits-Joodse vluchtelingen, die ze ook veel hielpen (voor en tijdens de oorlog). Ze typten als razenden allerlei blaadjes, verspreide kiekjes, hielpen mensen onderduiken.
Ze kenden en waren bevriend met erg veel mensen, vooral in de artiesten en schrijvers kringen, zoals ter Braak. Loes ven der Horst Wenckebach, was bij hun op kamers.
Op het eerste gezicht lijkt “prutser” te kloppen, maar dat heeft toch een aspect van domheid en/of gebrek aan interesse. Dat is zeker niet van toepassing. Het geheel moet geplaatst worden in die tijd, en dat is soms moeilijk, omdat wij door TV , opleiding (ik ben reserve officier marine, Hts’er, mijn vader was in het verzet), en alle informatie die ons ter hand staat zo veel beter op de hoogte zijn van wat er toen gebeurt is en hoe dingen gedaan moeten worden. Ook zijn wij als generatie erg cynisch tegenover huidige wereldgebeurtenissen, en wantrouwend tegenover overheid; zij niet.
Frapant is dat Titia een uitgebreid dagboek bij hield waar alles, maar dan ook alles met naam en toenaam in beschreven staat. Zo levensgevaarlijk!! In dat zelfde werk verbaast zij zich dat iemand zo onvoorzichtig was om gepakt te zijn met 20 namen, wat er toe leide dat de meesten na een schijn proces gedood zijn (had te maken met het blad “de Geus, begin 1941).
Het diepe inzicht in het medogeloze, niets ontziende dat zij om zich heen zag gebeuren, kon zij blijkbaar niet op zich zelf projecteren.
Ik ben bezig dit dagboek uit te tikken zodat het beter leesbaar is, en ook toegangbaar is voor verdere studie. Het is ongeloofelijk, want het is het dichtste bij een “real time” verslag wat ik ooit gelezen heb, want elke avond werden alle gebeurtenissen netjes in op geschreven: welk bon geldig was, de bestorming van de W.A. van “de Witte”, de Joden vervolging, alles. Volgende is een beschrijving van wat in Amsterdam gebeurde, dat dient als voorbeeld van de toon van het dagboek.
Woensdag 19 Maart, 1941
Vandaag in Amsterdam. Kurt [=Kurt Lehmann, pseudoniem Konrad Merz, Duitse Jood] vertelde van de vreeselijke Joden pogrom, waar hij midden in was geweest. Ze zien blijkbaar niet dat hij Jood is. Vaak wordt hij door Duitse soldaten gegroet en ook nu groette de wacht voor het Carlton Hotel hem. Vele S.S. officieren waren in civiel in de straten bij die pogrom.
Hij zag dat een Grune Polizei man een jongen van 15 jaar van zijn fiets trok en hem mee wilde nemen. Het volk viel de man aan en trok de jongen uit zijn handen, gaf hem de fiets en de jongen kon weg komen. Toen kwam er een overval-colonne. De Joden van 18 tot 35 zijn van de straat meegenomen, na dikwijls heftige vechtpartijen. Ze moesten uren lang rond het Rembrants Plein lopen of op ‘t Waterloo Plein met opgeheven armen blijven staan. Zodra er een de armen liet zakken begonnen ze met de geweerkolven te slaan.
Iedereen moest om 8:30 binnen zijn. De mensen die daarna op straat nog werden aangetroffen werden allemaal opgepakt en verzameld in een bioscoop theater (Centraal?)
Daar moesten de mannen staan, de vrouwen mochten zitten, maar niet leunen. Soms werd er een geslagen. Toen dat gebeurde en ‘t erg was, riep een stem uit de menigte: “moordenaars, zijn jullie”. Toen moesten de mannen staan met opgeheven handen en gebogen knieen!!
Het is zo’n mens onteerende schande dat een mens zo iets een ander aan doet en dat dit een systeem is van een zogenaamde beschaafde staat. Het verwonderlijke is dat ‘t bijna allemaal Oostenrijkers zijn, die dat in Amsterdam doen.