John/Johnannes (Joop) van Kooyk - en we letten even niet op de schrijfwijze van de naam door Jumpmaster
) kwam bij Philips te werken, maar had ook een winkel in sportartikelen in Eindhoven. Eerst aan de Iepenlaan, later aan de Mathildelaan, naast het PSV-stadion.
In de oorlog kwamen nogal wat Duitsers, onder wie veel officieren, inkopen bij hem doen. In de omgeving van de winkel zat de Gestapo, er lagen officieren van de Luftwaffe in het Victoriahotel en er was een korps motorrijders. Hij kende de gang van zaken op vliegveld Welschap, de verliezen aan Duitse kant en de plannen van de Duitsers
Hij schreef uit voorzichtigheid nooit iets op en raadde anderen aan dit ook niet te doen." Er waren genoeg Duitsers die dingen vertelden, omdat ze de oorlog spuugzat waren. Hij kreeg ook informatie van een Duitse boerenjongen die zo nu en dan in de winkel kwam. Hij was legerkok en wilde niks liever dan naar huis. 'Das ist doch alles Scheisse, was der Führer da macht', zei hij bijvoorbeeld over de Duitse invasie in Rusland."
Toen de Amerikanen in september 1944 bij Son landden, was Van Kooyk goed op de hoogte van de Duitse posities in en om de stad. Zo kon hij kolonel Robert Strayer van het 101e 'Screaming Eagles' bijvoorbeeld vertellen hoe het station van de achterzijde te benaderen, hij wees de kortste en veiligste weg naar het vliegveld en hij bracht de Amerikanen op de hoogte van de Duitse versterkingen. De Amerikaanse luitenant Eddie Shames heeft menig keer verklaard dat daardoor veel Amerikaanse levens zijn gespaard.
De strijd bracht Van Kooyk, inmiddels in het uniform van een Amerikaanse kapitein, naar Bastogne in België en via Oostenrijk naar Berchtesgaden. Hij sprak vlekkeloos Duits en Engels en werd zodoende veelvuldig ingezet als tolk. Het verhaal wil dat hij in Berchtesgaden 400 Duitsers louter op bluf zover kreeg dat ze hun wapens neerlegden en zich overgaven. Na de oorlog miste Van Kooyk in Nederland waardering voor zijn verzetswerk. Zo stoorde hij zich hevig aan mensen die volgens hem 'zogenaamd' in het verzet hadden gezeten. In Amerika was de lof over hem des te groter. In 1968 vertrok hij naar Clarksville, Tennessee. Van Kooyk werd er zelfs door president Truman gecomplimenteerd.
Aldus Eddie van Kooyk in het Eindhovens Dagblad van 21/12/1999
John maakte dus in september 1944 géén onderdeel uit van 101 maar zat bij het verzet. Hij fungeerde als tolk en is later – in uniform – met de 101 meegegaan. Echter – dit wil niet zeggen dat hij onderdeel uitmaakten van de 101 (net zo als de leden van No.10 Commando die bij Eindhoven landde geen onderdeel waren van de 101). Vraag is en blijft dus :- maakte hij vanaf medio september 44 organiek deel uit van de 101… Die vraag blijft vooralsnog onbeantwoord.
Heb zelf ook maar wat info in de US opgevraagd…