Crash te Haelen, het verhaal van de ”Spirit of 76”,
Vandaag heb ik enkele resten gekregen van de ”Spirit of 76”, een B-17 die bij het dorpje Haelen in Limburg neerstortte op 30-11-1943.
Ik zou jullie graag foto’s willen laten zien van de fragmenten maar mijn digitale camera weigert vandaag dienst. De stukken zijn ansich niet bijzonder. Het zijn stukken verwrongen staal (?) met uitgescheurde gaten waarin waarschijnlijk een soort klinknagels hebben gezeten.
De resten worden pas bijzonder als je beseft dat deze stukken deel uit hebben gemaakt van een voertuig waarin een groep soldaten hun ergste momenten hebben doorgemaakt.
Voorbeeld foto, B-17
Hieronder het verhaal van de B-17 uit het Starrenbos te Haelen.
Op 30 november 1943, ’s morgens om half acht , stegen vanaf de Engelse vliegbasis Norham Suffolk een groot aantal B-17 vliegende forten op voor een raid op Solingen. Een van de vertrekkende toestellen van de Nr. 42-3317 “Spirit of 76”, van het 412 squadron met aan boord 10 bemanningsleden die deel uitmaakte van de 95ste bomber group ( 95BG ) van de 8ste Amerikaanse luchtvloot “The Mighty Eight”.
Nadat de toestellen hun bommen hadden afgeworpen keerden ze onder hevig afweervuur naar hun bases terug. Vanuit midden Limburg zag de burgerbevolking de boven de doelgebieden uitgezette lichtfakkels en waren de ontploffingen te horen uit de steden Mönchengladbach, Keulen en Düsseldorf .
Die dag werden minstens drie vliegende forten neergeschoten. De “Spirit of 76” was een van hen. Door een voltreffer van de Flak viel het oliesysteem van de motoren uit. Nog boven Duits grondgebied, in de buurt van het vliegveld Venlo, gaf gezagsvoerder R. Gilchrist aan de bemanning het commando om het toestel zo spoedig mogelijk te verlaten. Radio operator M. Gottlieb kwam in de buurt van Venlo terecht. Boordschutter P. Appleby sprong boven Haelen en zag het toestel in zuidwestelijke richting verdwijnen. Toen hij zich veilig waande trok hij de parachute open en zweefde naar beneden. Tot zijn grote schrik zag hij even later het toestel, dat blijkbaar ongestuurd een bocht had gemaakt recht op zich afkomen. Vlak onder hem sloeg het in het bos tegen de grond en zoog hem mee naar beneden. Op zo’n honderd meter van het brandende toestel landde hij in het Starrenbos in Haelen.
Het speelde zich allemaal midden op de dag en werd door veel mensen uit de omgeving op de voet gevolgd. Houtvester van Pol uit Haelen en Th. Rijs uit Horn, zagen hoe het toestel tegen 13:00 zijn einde vond. Toen Appleby zich zo vlug mogelijk uit de buurt van het vliegtuig maakte werd hij opgevangen door enkele toegesnelde burgers die hem in het bos verstopten en hem ’s avonds burgerkleren en eten brachten. Boordschutter F. McDermott kwam eveneens in Haelen neer. Boordwerktuigkundige E. Gilcrease kwam in de buurt van Weert terecht.
2de Lt. R Gilchrist, 2de Lt. P. Gregory en boordschutter C. Higgins landden in Neer. Een van de bemanningsleden had zijn schouder gebroken en werd naar het ziekenhuis in Roermond gebracht. De andere vliegenier werd door Piet en Harrie Geraets naar M. Schippers op de Friedese molen gebracht.
De Duitsers hielden een grote razzia in de omgeving maar konden slechts een van de tien bemanningsleden gevangen nemen. De bemanningsleden van Haelen en Neer zijn door L. Teepen, directeur van de zuivelfabriek in Neer, L. Wouters uit Baarloo en H. Hendriks uit Haelen ’s nachts naar Kapelaan Janssen in Horn gebracht. Via de pilotenhulplijn waren Gilchrist, Gregory en Higgins reeds op drie december, en McDermott op vier januari 1944 in Hamont (B). Appleby en Gottlieb kwamen daar op acht januari aan. McDermott werd vlak voor de bevrijding in Brussel gepakt en afgevoerd naar een Duits gevangenenkamp voor piloten.
In 1946 schreef de gemeente Kessel een brief naar het Nederlandse Rode Kruis te Den Haag waarin stond dat op de R.K begraafplaats aldaar twee militairen begraven waren op 21-7-1944. Van een van hen kon de naam geïdentificeerd worden als W. Lohmann. Het laatste lid van de “Spirit of 76” was gevonden. Zijn stoffelijk overschot was op 21-7-1944 aangespoeld in de Maas te Kessel. Waarschijnlijk was de arme ziel met zijn parachute in de Maas geland en verdronken. Hij is later herbegraven in Neuville en Condroz (B).
Cimetière Militaire Américain de Neuville-en-Condroz
Bron voor het verhaal, "40 Van oever naar oever 45"